This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Brug 3 ruimtegebruik
-
Slide 1 - Slide
Planning
Vorige les
Doelen brug 3
Informatie Ruimtegebruik
Slide 2 - Slide
Waar hebben we het over gehad?
Par 1: grenzen
Par 2: identiteit
Slide 3 - Slide
Wat voor soort grenzen hebben we in de EU
A
zachte
B
harde
C
open
D
dicht
Slide 4 - Quiz
De grens die Trump aan het bouwen was tussen Mexico en de VS is een ..... grens
A
zachte
B
harde
C
open
D
kunstmatig
Slide 5 - Quiz
Deze grens is het voorbeeld van een:
Slide 6 - Open question
Max Verstappen pakt de wereldtitel F1 en het hele land staat op stelten!
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit
Slide 7 - Quiz
landsgrens die zonder controle te passeren is
A
Landsgrens
B
Open grens
C
Taalgrens
D
Gesloten grens
Slide 8 - Quiz
Tussen Engeland en Nederland ligt de Noordzee. Dat is een
A
Harde grens
B
Natuurlijke grens
C
Kunstmatige grens
Slide 9 - Quiz
Welk begrip past het best: De strook van twaalf zeemijl langs de Nederlandse kust noemen we de
A
Harde grens
B
Territoriale wateren
C
Natuurlijke grens
Slide 10 - Quiz
de inwoners van een provincie/een gebied, houden vast aan hun eigen geschiedenis en cultuur.
A
Lokalisme
B
Identiteit
C
Regionalisme
D
Mentaliteit
Slide 11 - Quiz
gericht zijn op eigen dorp en gemeente
A
Lokalisme
B
Regionalisme
C
Mentaliteit
D
Identiteit
Slide 12 - Quiz
Bij welk cultuurgebied hoort Nederland
A
Orthodox
B
Islamitisch
C
Hindoeïsme
D
Westers
Slide 13 - Quiz
Doelen:
Je begrijpt dat bij de inrichting van de ruimte met verschillende belangen rekening gehouden moet worden. Je weet hoe in Nederland bepaald wordt hoe de ruimte wordt ingericht. Je begrijpt dat ook jij een zekere mate van invloed hebt op het gebruik van de ruimte.
Slide 14 - Slide
Bevolkingsdichtheid
= aantal mensen dat gemiddeld op een km2 woont
Slide 15 - Slide
Den Haag
6344 per km2
Groningen
250 per km2
Slide 16 - Slide
bevolkingsdichtheid Europa
Slide 17 - Slide
Hoe gaan we om met de beschikbare ruimte?
Nederland is dichtbevolkt, de ruimte moet goed gebruikt worden.
Dit noem je:
r
Ruimtelijke ordening
Slide 18 - Slide
Ruimtelijke ordening
De wetten en regels van de overheid waarmee bepaald wordt op welke manier de ruimte gebruikt mag worden.
Regels voor de ruimte worden op drie niveaus gemaakt. 1. het Rijk, 2. provincies 3. gemeenten
Slide 19 - Slide
Omgevingsplan
Een gedetailleerd plan waarin staat wat er met de ruimte in een bepaalde gemeente gaat gebeuren en waarop je van elk stukje ruimte de vastgestelde functie ziet.
Opdracht:
Kijk op de volgende website. Wat gaat er gebeuren bij jou in de buurt?
https://www.ruimtelijkeplannen.nl
Slide 20 - Slide
www.ruimtelijkeplannen.nl
Slide 21 - Link
Wat nou als je het niet eens bent met de plannen
-
Slide 22 - Slide
Bewoners hebben dus inspraak en kunnen bezwaar indienen
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Aan de slag
Maak de opgaven op het werkblad van Brug 3.
Blz. 142 en 143
Werk stil
Werk zelfstandig
timer
20:00
Slide 25 - Slide
Doelen:
Je begrijpt dat bij de inrichting van de ruimte met verschillende belangen rekening gehouden moet worden. Je weet hoe in Nederland bepaald wordt hoe de ruimte wordt ingericht. Je begrijpt dat ook jij een zekere mate van invloed hebt op het gebruik van de ruimte.
Slide 26 - Slide
WAT KAN DE GEMEENTE MET EEN OMGEVINGSPLAN?
A
WEGEN AANLEGGEN
B
VERHUIZINGEN REGELEN
C
BUITENRING AANLEGGEN IN PARKSTAD
D
PRECIES AANGEVEN WAT ER MET DE RUIMTE GEBEURD
Slide 27 - Quiz
Door wie wordt een omgevingsplan gemaakt?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijksoverheid
D
John de Mol
Slide 28 - Quiz
VOOR WIE IS EEN OMGEVINGSPLAN BEDOELD?
A
VOOR IEDEREEN IN DE GEMEENTE
B
VOOR DE POLITIEK
C
VOOR MENSEN DIE IN KERKRADE KOMEN WONEN
D
VOOR DE GROTE GROEP OUDEREN
Slide 29 - Quiz
Wat staat er NIET in een omgevingsplan?
A
plannen voor wonen
B
plannen voor wegen
C
plannen voor reizen naar het buitenland
D
plannen voor natuurgebieden
Slide 30 - Quiz
Op welk schaalniveau maakt de gemeente Peel en Maas een omgevingsplan?
A
lokaal
B
regionaal
C
nationaal
D
continentaal
Slide 31 - Quiz
Wat kun je doen als je het niet eens bent met het omgevingsplan?
A
Naar een inspraakavond gaan.
B
Bezwaar maken.
C
Een aanklacht sturen naar de gemeente.
D
Zelf het bestemmingsplan aanpassen.
Slide 32 - Quiz
Als de gemeente plannen maakt voor de inrichting van een straat, hebben de bewoners ..........
A
Ruimtelijke ordening
B
Omgevingsplan
C
Inspraak
D
Niks te zeggen
Slide 33 - Quiz
Welke overheid heeft het meeste "macht" als het gaat om ruimtelijke ordening