H1 Citeren

Citeren
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Citeren

Slide 1 - Slide

Welke zin is correct?
A
Koen zei: ''Citeren is leuk.''
B
Koen zei: ''citeren is leuk.''
C
koen zei: ''citeren is leuk.''
D
Koen zei ''Citeren is leuk.''

Slide 2 - Quiz

CITEREN 
  • Wat iemand letterlijk zegt (gesproken taal).
  • Je zet het citaat tussen aanhalingstekens (").
  • Je gebruikt een dubbele punt als je voor het citaat aankondigt wie het zegt.
  • Begin het citaat met een hoofdletter.
  • Eindig met een punt, vraagteken of uitroepteken.
Marthe zei:"Ik haal wel broodjes bij de bakker."

Slide 3 - Slide

CITEREN
  • Als het citaat vooraan staat, gebruik je geen dubbele punt. 
  • Achter het citaat zet je een komma, vraagteken of uitroepteken.
"We zijn kampioen!" joelde Ferry, toen de stand 6-2 was.
 “Stilte!” riep de docent.
“Heeft u een klantenkaart?” vroeg de kassière. 


Slide 4 - Slide

Welke zin is correct?
A
De dame vroeg: ''Heeft u een klantenkaart?
B
De dame vroeg: "Heeft u een klantenkaart.''
C
De dame vroeg: heeft u een klantenkaart?
D
De dame vroeg: ''Heeft u een klantenkaart?''

Slide 5 - Quiz

Maak de zin juist:
Sietse zei tegen Koen hallo, hoe gaat het?

Slide 6 - Open question

Welke zin is correct?
A
Meneer Metselaar riep om ''stilte.''
B
"Stilte!" riep Meneer Metselaar.
C
"Stilte!", riep Meneer Metselaar.
D
Meneer Metselaar riep om: ''Stilte.''

Slide 7 - Quiz

Maak de zin juist:
ik hou van achtbanen zei koen

Slide 8 - Open question

Welke zin is juist?
A
''Ik hou niet van appeltaart", zei sietse.
B
''Ik hou niet van appeltaart'', zei Sietse.
C
''Ik hou niet van appeltaart'', zei Sietse
D
Ik hou niet van appeltaart zei Sietse.

Slide 9 - Quiz

Maak de zin juist:
ik kom vandaag niet naar school vertelde koen

Slide 10 - Open question

Maak de zin juist:
hoe laat is het vroeg kees

Slide 11 - Open question

Einde

Slide 12 - Slide