This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
4 basis signaalwoorden blok 2
Wat zijn signaalwoorden ook alweer?
Je hebt nodig; je chromebook en je leerwerkboek
Slide 1 - Slide
Een ander woord voor signaalwoorden zijn verbindingswoorden.
Slide 2 - Slide
Een verbindingswoord, maakt dus zinnen aan elkaar.
Ik heb honger. Ik heb dorst.
Ik heb honger EN dorst.
Slide 3 - Slide
Maak van 2 zinnen 1 zin; Ik ben ziek. Ik ga naar school.
Slide 4 - Open question
Maak van 2 zinnen 1 zin; Ik ben ziek. Ik heb lang in de regen gelopen.
Slide 5 - Open question
Welke signaalwoorden kan je bedenken?
Slide 6 - Mind map
Signaalwoorden hebben een doel.
Slide 7 - Slide
Wat weet je als je bijvoorbeeld het woord omdat leest?
Slide 8 - Open question
Een signaalwoord geeft een alineaverband aan.
Je weet wat er na een mededeling komt; een uitleg, een voorbeeld, een opsomming, een reden, enz.
Zie ook theorie op blz 91 van je leerwerkboek.
Slide 9 - Slide
Pak je leerwerkboek
Ga naar blz 91.
Slide 10 - Slide
Van welk alineaverband is hier sprake? Er zijn veel reden om aan sport te doen. Ten eerste is het goed voor je conditie. Bovendien leer je veel nieuwe mensen kennen.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Voorbeeld
D
Voorwaarde
Slide 11 - Quiz
Van welk alineaverband is hier sprake? Je moet goed leren als je een goed punt wil halen.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
voorwaarde
Slide 12 - Quiz
Van welk alineaverband is hier sprake? De lesuren vallen uit daar staat tegenover dat jullie meer huiswerk moeten maken.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
voorwaarde
Slide 13 - Quiz
Van welk alineaverband is hier sprake? Veel leerlingen maken geen huiswerk thuis omdat ze het al tijdens de les doen.
A
middel doel
B
voorwaarde
C
reden
D
oorzaak-gevolg
Slide 14 - Quiz
Van welk alineaverband is hier sprake? Door middel van goed opletten tijdens de les, haal ik goede punten.
A
middel doel
B
voorwaarde
C
reden
D
oorzaak gevolg
Slide 15 - Quiz
Van welk alineaverband is hier sprake? De lessen vallen uit want de docent is ziek.
A
middel doel
B
voorwaarde
C
reden
D
oorzaak gevolg
Slide 16 - Quiz
Van welk alineaverband is hier sprake? Er worden in de stan veel activiteiten voor jongeren georganiseerd. Bijvoorbeeld een zwemwedstrijd, gameavonden, enz.
A
middel doel
B
voorwaarde
C
reden
D
voorbeeld
Slide 17 - Quiz
Ik begrijp signaalwoorden en alineaverbanden.
😒🙁😐🙂😃
Slide 18 - Poll
Aan de slag
In de tekst op blz 67 en 68 vindt je de volgende alineaverbanden:
opsomming, voorbeeld, reden, tegenstelling
Zoek deze op, onderstreep het signaalwoord en schrijf erbij van welk alineaverband er sprake is.