Definitie van gezondheid (WHO)
Passief: een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn (niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken)
Actief: het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.