Starttaal instap thema 1 taak B: wanneer ga ik dat doen?

Nederlands
Starttaal instap deel A thema 1

Taak B: wanneer ga ik dat doen?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Starttaal instap deel A thema 1

Taak B: wanneer ga ik dat doen?

Slide 1 - Slide

Doel
Aan het einde van deze les:

Weet jij wat een dagdeel is.
Weet jij wat een dagplanning en een weekplanning is. 

Kun jij een dagplanning en weekplanning invullen. 


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat heb jij vandaag al gedaan?
Ontbijten
Douchen
Aankleden
Tas inpakken
Naar school gaan.
Huisdier verzorgen
Sporten
Gamen
Lezen
Televisie kijken

Slide 4 - Poll

Wat ga jij vandaag nog doen?
Eten
Douchen
Huisdier verzorgen
Gamen
Klusje voor een ander
Werken (bijbaan)
Sporten
Huisdier verzorgen
Lezen
Televisie kijken

Slide 5 - Poll

Uitleg
Blz 15 in je boek. We lezen en bekijken samen de uitleg

Slide 6 - Slide

Wat is een dagdeel?
A
Als ik niks hoef te doen op een dag
B
Als ik iets moet delen met een ander.
C
De helft van een dag
D
Een deel van een dag.

Slide 7 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit:
"Wat is een dagplanning?"

Slide 8 - Open question

Doen
Blz 16 opdracht 2: 

Vul de dagplanning in met dingen die vandaag hebt gedaan en vandaag nog gaat doen.

Let erop dat je de activiteiten bij het goede dagdeel plaatst. 

Slide 9 - Slide

Doen
Blz 17 opdracht 3: We lezen samen het stripverhaal. Gideon is de witte jongen. Diego is de gekleurde jongen. 

Activiteiten die Gideon gaat doen maak je groen.
Activiteiten die Diego gaat doen maak je geel.

Blz 18: vul de dagplanning van Gideon en Diego in. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Hoeveel dagen heeft 1 week?
A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 12 - Quiz

Welke dagen noemen we "weekend"?

Slide 13 - Open question

Leg in je eigen woorden uit:
"Wat is een weekplanning?"

Slide 14 - Open question

Doen
Blz 19 opdracht 4: We kijken samen naar de weekplanning van Eva. Daarna ga je zelf antwoord geven op de vragen.

Tot slot bespreken we de antwoorden.

Verbeter de fouten.

Slide 15 - Slide

Doen
Blz 20 opdracht 5: 
Schrijf voor elke dag van de week welke activiteiten je al hebt gedaan. Schrijf ook op wat je nog gaat doen.

Let erop dat je je activiteiten bij de goede dag zet.
Let er ook op dat je ze bij het goede dagdeel zet.

Slide 16 - Slide

Doen
Blz 21 opdracht B.

Kijk naar de activiteiten die je bij opdracht A hebt ingevuld.

Vul de activiteiten op de juiste plek in op de weekplanning.
Dat mag met woorden.
Dat mag ook met een tekening.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welke vaste activiteiten heb jij?

Slide 19 - Mind map

Doen
Blz. 22 opdracht C: vul je vaste activiteiten in in de weekplanning.

Dat mag met woorden.
Dat mag ook met tekeningen.

Slide 20 - Slide