L'impératif (=gebiedende wijs)
Luc, fais tes devoirs!
je richt je tot 1 persoon die je met jij aanspreekt --> je - vorm
Faisons nos devoirs!
je richt je tot jezelf en tot andere personen --> nous - vorm
Luc et Lucie, faites vos devoirs!
je richt je tot meer personen of tot een u --> vous - vorm
In welke 3 vormen staat het werkwoord ?