Woorden Link A2-B1 Thema 2 Mijn familie, vrienden en ik

Woorden Link A2-B1 Thema 2 Mijn familie, vrienden en ik
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Woorden Link A2-B1 Thema 2 Mijn familie, vrienden en ik

Slide 1 - Slide

Welk woord is goed geschreven?
A
het begrafenis
B
de begrafenis
C
het begravenis
D
het begrafenis

Slide 2 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
het klasgenootje
B
het klasgenotje
C
de klasgenootje
D
de klasgenotje

Slide 3 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
digtbij
B
dichtbei
C
digtbei
D
dichtbij

Slide 4 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
aankomen
B
aankoomen
C
ankommen
D
aankommen

Slide 5 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
condoleeren
B
condooleren
C
codoleren
D
condoleren

Slide 6 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
anschaffen
B
aanschafen
C
aanschaffen
D
anschafen

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
behalfe
B
behelve
C
behalve
D
behelfe

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
accepteren
B
acepteren
C
acceperen
D
accepteren

Slide 9 - Quiz


Kies het juiste woord bij de zin.
Met het woord dat je kiest wordt het een kloppende zin.
Het juiste woord kiezen

Slide 10 - Slide

Ze gaat op ... niet meer naar de kerk.
A
het diner
B
kerstavond
C
de hapjes
D
de kerstboom

Slide 11 - Quiz

Voor de feestdagen ... veel mensen hun huis.
A
bereiden
B
eindigen
C
versieren
D
vieren

Slide 12 - Quiz

We willen een overlijdensbericht in de krant ...
A
zetten
B
condoleren
C
voorbereiden
D
overlijden

Slide 13 - Quiz

Nederlanders vertellen tijdens een afscheidsbijeenkomst graag verhalen over ...
A
de rouwkaart
B
de voorbereiding
C
de begraafplaats
D
de overledene

Slide 14 - Quiz

Er zijn geen vaste ... voor een afscheid.
A
bijeenkomsten
B
gewoontes
C
familieleden
D
correspondentie

Slide 15 - Quiz

Als ze eenmaal een telefoon hebben, dan zijn ze ...
A
belachelijk
B
chagrijnig
C
overdreven
D
verslaafd

Slide 16 - Quiz

Hij heeft niet het nieuwste model. Dat vind ik ...
A
onzin
B
het mobieltje
C
chagrijnig
D
het argument

Slide 17 - Quiz

Zij ... mij zoals ik ben.
A
beseft
B
eindigt
C
verschilt
D
accepteert

Slide 18 - Quiz