4. El aspecto físico

¡Buenos días!
Buenos Aires, Argentina
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

¡Buenos días!
Buenos Aires, Argentina

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
  • Vamos a repasar

  • El aspecto físico

  • El carácter

  • Los deberes
Buenos Aires, Argentina

Slide 2 - Slide

La familia

Slide 3 - Slide

Los posesivos

Slide 4 - Slide

Ser, tener, llamarse
soy
es
somos
sois
tengo
tienes
tenemos
tienen
me llamo
te llamas

Slide 5 - Slide

¡A traducir!
  • Hij is mijn opa. 

  • Haar moeder heet Ana. 

  • Onze zussen hebben een boek. 

  • Jouw boek is rood. 

Slide 6 - Slide

¡A traducir!
  • Hij is mijn opa. 
Es mi abuela.
  • Haar moeder heet Ana. 
Su madre se llama Ana.
  • Onze zussen hebben een boek. 
Nuestras hermanas tienen un libro.
  • Jouw boek is rood. 
Tu libro es rojo.

Slide 7 - Slide

Vamos a leer

Slide 8 - Slide

El aspecto físico
Als je een mindere eigenschap omschrijft dan zet je er in het Spaans "un poco" voor.

- Es un poco guapo
Hij is een beetje knap.

- Es un poco alta. 
Zij is een beetje lang.  

Slide 9 - Slide

2.1    el aspecto físico
Wanneer gebruik je delgado, guapo? En wanneer delgada, guapa?
Hij/zij is dik.
Hij/zij is knap.
Hij/zij is jong.
Hij/zij is oud.
Hij/zij is kaal.
Het zijn bijvoeglijk naamwoorden. Als ze iets zeggen over een jongen dan gebruik je de mannelijke vorm (o). Als ze iets zeggen over een meisje dan gebruik je de vrouwelijk vorm (a). 

El chico guapo. (de knappe jongen)
La chica guapa. (het knappe meisje)

Slide 10 - Slide

Hij/zij heeft grote ogen
Hij/zij heeft blauwe ogen
Hij/zij heeft groene ogen
Hij/zij heeft zwarte ogen
Hij/zij heeft bruine ogen
Hij/zij heeft donker haar.
Hij/zij heeft kastanjebruin haar.
Hij/zij heeft krullen.
Hij/zij heeft lang haar.
Hij/zij heeft kort haar.
PELO RUBIO
Rubio zegt iets over pelo. Pelo is mannelijk (eindigt op een o). 

CARMEN ES RUBIA
Rubia zegt nu iets over Carmen. Carmen is een meisje, dus vrouwelijk.

Slide 11 - Slide

Hij/zij heeft een kleine mond.
Hij/zij heeft een grote neus.
Hij heeft een baard.

Slide 12 - Slide

Describe físicamente las siguientes personas
Maak gebruik van dit schema
Schrijf zinnen in je schrift.

Slide 13 - Slide

Describe físicamente las siguientes personas
Susana: Es delgada. Tiene los ojos azules.
Rebeca: Es joven. Tiene el pelo largo.
Teresa: Es delgada. Tiene el pelo rubio. 
María: Es mayor. Tiene el pelo canoso. Tiene los ojos pequeños. 
Juan: Es joven. Tiene el pelo corto. Tiene el pelo castaño. Tiene los ojos grandes. 
José: Es gordo. Tiene el pelo corto. Lleva gafas.

Slide 14 - Slide

página cincuenta

Slide 15 - Slide

página cincuenta
Ana
Pedro
Ricardo
José

Slide 16 - Slide

2.2 El carácter

Slide 17 - Slide

2.2 El carácter
aardig zijn 
ijverig zijn
verlegen zijn
vriendelijk zijn
kletskous zijn
intelligent zijn
dorst hebben
het koud hebben

Slide 18 - Slide

página cincuenta y uno

Slide 19 - Slide

página cincuenta y uno
frío
abrigo
amable
divertido
trabajadora
divertida

Slide 20 - Slide

     Schriftelijke overhoring 


      Alle grammatica en woordenschat
                   van tarea 1 en tarea 2
miércoles, 16 de junio, cuarta hora

Slide 21 - Slide

Los deberes

Leren:
Woordenschat 2.1 el aspecto físico
miércoles, 26 de mayo, tercera hora

Slide 22 - Slide