Les 12 herhalen stof toetsweek

Guten Morgen
9. Dezember 2024
Z. Gözel
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Guten Morgen
9. Dezember 2024
Z. Gözel

Slide 1 - Slide

Was machen wir Heute?
- die Wiederholung 
- die Hausaufgabe für nächste Woche ''Plenda''
- die Hausaufgabe für heute korrigieren: Schritt 10 
- Haben und Sein 
- Regelmatige werkwoorden

* Einde van de les weet ik hoe ik de werkwoorden haben en sein en de regelmatige werkwoorden kan vervoegen. 

Slide 2 - Slide

Vertaal naar het Duits
1. de avond
2. goed
3. het weekend
4. het dorp
5. rijden
6.het ontbijt
7. de middag
8. de ouders
9. de auto
10. slecht
Klaar?: Check je antwoorden op blz. 56
timer
3:00

Slide 3 - Slide

die Hausaufgabe für nächste Woche 
Pak je ''Plenda''

16. Dezember 2024
- Schritt 11 und 12.

Slide 4 - Slide

Hausaufgabe korrigieren
Schritt 10 (blz. 59 t/m 62)
Aufgabe 1, 3 en 4:
- Vergelijk je antwoorden met je buurman/buurvrouw.
- 5 minuten
- Fout? overleg waarom
-Klaar: Blz. 63 ''Stempeln, bitte! en Schritt 11''
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Grammatik


1. Noteer de persoonlijke voornaamwoorden in het NL en Duits.
2. Noteer het werkwoord haben in het NL en Duits
3. Noteer het werkwoord sein in het NL en Duits
bijvoorbeeld:
hebben
Haben
zijn
Sein
Ik
Ich
heb
habe
ben
bin
- zelfstandig in stilte
- 10 minuten
- klaar? check je antwoorden op blz.111
- fout? verbeter je antwoorden
- Alles goed? maak schritt 11  
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Aufgabe 2 
  • Grammatik korrigieren:
  • Schritt 10 (blz. 60)
  • gemeinsam (samen)

Slide 7 - Slide

Grammatik

Beantwoord de volgende vragen:
1. Wat is de stam van een werkwoord?
2. Noteer eerst de persoonlijke voornaamwoorden en vervolgens de uitgang die erbij hoort.
bv:         ich - e
                du - st
                   .. - ..
- overleg RUSTIG samen met je buurman/buurvrouw
- 10 minuten
- klaar? check je antwoorden op blz.111
- fout? verbeter je antwoorden
- Alles goed? maak schritt 11  
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Aufgabe 3 
  • Grammatik korrigieren:
  • Schritt 10 (blz. 60)
  • gemeinsam (samen)

Slide 9 - Slide

wir = haben
Ihr = ???
Sie/sie = haben
A
habst
B
habbet
C
habte
D
habt

Slide 10 - Quiz

uitgang bij regelmatige werkwoord

ich = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 11 - Quiz

uitgang bij regelmatige werkwoord

du = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 12 - Quiz

uitgang bij regelmatige werkwoord

Sie = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 13 - Quiz

Hoe vervoeg je een (regelmatig) werkwoord?
A
stam
B
uitgang
C
stam + uitgang

Slide 14 - Quiz

Wir haben vier Kinder.

Wir haben =
A
Jullie hebben
B
Wij hebben
C
Zij hebben
D
Zij heeft

Slide 15 - Quiz

ich habe ..... (haben)
A
gehat
B
gehaben
C
gehabt

Slide 16 - Quiz

uitgang bij regelmatige werkwoord

wir = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 17 - Quiz


Er............ (haben)
A
habet
B
hast
C
habt
D
hat

Slide 18 - Quiz

uitgang bij regelmatige werkwoord

er = stam +
A
e
B
st
C
t
D
en

Slide 19 - Quiz

er ........ (sein)
A
bist
B
seid
C
ist
D
sind

Slide 20 - Quiz

ihr (sein)
A
bist
B
sind
C
bin
D
seid

Slide 21 - Quiz

Kies de juiste uitgang van sein:
Ich (sein)
timer
0:30
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 22 - Quiz

sein: Sie
A
seid
B
ist
C
sind

Slide 23 - Quiz

sein:

ich ________
A
habe
B
ben
C
bin
D
sein

Slide 24 - Quiz

Du (sein)
timer
0:10
A
ist
B
sein
C
bin
D
bist

Slide 25 - Quiz

Steek je vinger op als je het eens bent met de volgende stelling? 


Das Ziel (het doel): Einde van de les weet ik hoe ik de werkwoorden haben en sein en de regelmatige werkwoorden kan vervoegen. 

Slide 26 - Slide

1. Wat heb je in deze les geleerd. &
2. Welke tip heb je voor de volgende les.
timer
5:00

Slide 27 - Open question

die Hausaufgabe für nächste Woche 
Pak je ''Plenda''

16. Dezember 2024
- Schritt 11 und 12.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide