V5 10.1 De collectieve sector

1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

13 december
 - uitleg §10.1 + maken §10.1
-  uitleg §10.2A + maken 10.6 & 10.7

Slide 2 - Slide

Twee sectoren
  • Particuliere sector = 
  • Alle bedrijven & gezinnen.

  • Collectieve sector =
  • Alle overheidsinstellingen & zelfstandige bestuursorganen (zbo's).

Slide 3 - Slide

De Intertoys behoort tot de ....
A
Collectieve sector
B
Particuliere sector

Slide 4 - Quiz

Wat hoort NIET tot de particuliere sector?
A
Gezinnen
B
particuliere ondernemingen
C
non-profit organisaties
D
zelfstandige bestuursorganen

Slide 5 - Quiz

Collectieve sector
  1. De rijksoverheid
    o.a. 1e & 2e kamer, ministeries, kabinet
  2. Provincies
  3. Gemeentes
  4.  Waterschappen
  5. Zelfstandige bestuursorganen
    Deze voeren zelfstandig een overheidstaak uit.

Slide 6 - Slide

Controleert de regering
Zorgt ervoor dat gemeentes goed samenwerken
Is de baas van een ministerie
Gaat over de subisidie van een voetbalclub
Bewaken het waterpeil
Provincie
Parlement
Minister
Gemeente
Waterschappen

Slide 7 - Drag question

Hoe komt de collectieve sector aan geld?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Type goederen
Goederen kunnen worden ingedeeld op basis van twee criteria:
  1. Wel of niet splitsbaar:
    Appels kun je wel verkopen aan een individu, straatverlichting niet.
  2. Wel of niet rivaliserend:
    Als ik een appel opeet kun jij die niet meer opeten. Als ik gebruik maak van een lantaarnpaal kun jij dat ook nog.

Slide 10 - Slide

Type goederen
  1. Individuele goederen:
    Splitsbaar & rivaliserend
  2. Collectieve goederen:
    Niet splitsbaar & niet rivaliserend
  3. Quasi collectieve goederen:
    Hebben 1 van beide kenmerken of individuele goederen die toch door de collectieve sector worden aangeboden 

Slide 11 - Slide

Collectieve goederen
Collectieve goederen zijn goederen die alleen door de overheid geleverd kunnen worden.

De particuliere sector kan deze goederen niet leveren, omdat het goed niet leverbaar is in eenheden per persoon.



De overheid laat inwoners betalen door middel van o.a. belastingheffing. 

Slide 12 - Slide

Noem een voorbeeld
van een collectief goed

Slide 13 - Mind map

Noem een reden waarom de overheid soms zelf individuele goederen verzorgt.

Slide 14 - Open question

Waarom (quasi) collectieve goederen?
1) belangrijk voor iedereen (politie)
2) zelf kwaliteit bewaken (rechtspraak)
3) kosten zijn niet te delen ( straatverlichting)
4) het moet betaalbaar blijven (onderwijs)

Slide 15 - Slide

Aan de bak
Maken: opgave 10.1 tot en met 10.5
Ben je klaar? Dan ga je vast paragraaf 10.2 doorlezen.
Ik ben online om vragen te beantwoorden.

Slide 16 - Slide