[2a/2b] 6.1 spanningsbronnen

10 min tijd om poster af te maken
uitleg over:
-straling
-stoming
-geleiding
tekening van model met uitleg
timer
10:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

10 min tijd om poster af te maken
uitleg over:
-straling
-stoming
-geleiding
tekening van model met uitleg
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

elektriciteit
6.1 spanningsbronnen

Slide 3 - Slide

de les in het kort:
Een spanningsbron levert de enegie die een elektrisch apparaat nodig heeft.
De spanning (U) heeft de eenheid volt (V).
gelijkspanningsbronnen hebben een plus en een min pool.
Hoe meer spanning, hoe meer kracht.
Met een volt meter kan je de spanning meten.

Slide 4 - Slide

spanningsbron
Een spanningsbron levert de enegie die een elektrisch apparaat nodig heeft.

Slide 5 - Slide

Welk van deze onderdelen kan gebruikt worden als spanningsbron?
Geen spanningsbron
Spanningsbron

Slide 6 - Drag question

Spanningsbronnen:
Apparaat:
Zet de spanningsbron bij het juiste apparaat.

Slide 7 - Drag question

gelijkspanning en wisselspanning
stroom loopt altijd van de min pool naar de plus pool. 
bij een batterij kan je dit goed zien.

bij een gelijkspanningsbron blijven de
polen op dezelfde plek.
bij een wisselspanningsbron wisselen
ze de hele tijd van plek.

Slide 8 - Slide

noem 5 spanningsbronnen die je dagelijks gebruikt.

Slide 9 - Open question

eenheid van spanning
de kracht van een spanningsbron noemen we de spanning.
die meten we in de eenheid volt.
schrijf over in je schrift:



in nederland komt er 230 Volt uit het stopcontact.
grootheid
symbool
eenheid
symbool
spanning
U
volt
V

Slide 10 - Slide

De spanning
Noteer het symbool van de spanning
A
U
B
I
C
R
D
P

Slide 11 - Quiz

De spanning
Noteer de eenheid van de spanning
A
Volt
B
Ampère
C
Ohm
D
Watt

Slide 12 - Quiz

Spanning is een grootheid. Wat is de eenheid van spanning?
A
U
B
V
C
u
D
A

Slide 13 - Quiz

even oefenen
maak opdracht:
1  t/m 5
timer
15:00

Slide 14 - Slide

spanning meten
spanning kan je meten met een voltmeter.
de voltmeter zet sluit je aan voor én na wat
je wil meten.
de volt meter stel je in van de hoogste
staand naar de laagste stand.

Slide 15 - Slide

Hoeveel volt
geeft de meter
aan?
A
60 V
B
30 V
C
60 V ---- 30 V
D
60 mV

Slide 16 - Quiz

Anna meet met een voltmeter de spanning over een lampje.
Zij heeft de meter aangesloten zoals in afbeelding 2.
Anna haalt het stekkertje uit de bus van 15 volt.
Direct daarna steekt ze het stekkertje in de bus van 30 volt.
De wijzer van de meter zal:
A
naar links gaan tot hij op de bovenste schaal 4,5 volt aangeeft.
B
naar rechts gaan tot hij 9,0 volt op de onderste schaal aangeeft.
C
Op dezelfde stand blijven staan als hij nu staat.
D
hierdoor niets meer aanwijzen, dus teruggaan naar de 0.

Slide 17 - Quiz

huiswerk
maken van 6.1:
1 t/m 6, 8, 10, 11, 14, 15

Slide 18 - Slide