Mensen in de Middeleeuwen geloofden dat ze maar kort op aarde leefden. Na hun dood gingen ze naar de hemel of naar de hel. Daar bleven ze eeuwig, voor altijd. De hemel was een prachtige plaats. Je was daar dicht bij God. Iedereen in de hemel was gelukkig. De hel was de afschuwelijke plaats van de duivels. Een duivel martelde mensen: hij kookte ze, hij gooide ze in het vuur, hij prikte met zijn vork in hun vel of hij hing ze op. En dit zou eeuwig zo doorgaan.