Week 6 Conceptual week

Week 6 Conceptual week
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Week 6 Conceptual week

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Week 6
Les 1

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag:
bordspel spelen: deel 1 en 2 
feedback geven

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Doelen:
Je kunt werkwoorden vertalen in het Nederlands.
Je kunt zinnen maken met de geleerde werkwoorden.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Bordspel - deel 1
1) De dobbelsteen wordt geworpen. Kijk naar het spel op het scherm.
2) Op papier maak je 2 kolommen (Engels - Nederlands).
3) Je vertaalt het werkwoord van het bordspel.

Slide 5 - Slide

https://dobbelsteen.virtuworld.net/


Bordspel - deel 2
1) Maak twee kolommen op papier: schooldag/weekend.
2) Gebruik de werkwoorden uit de vorige tabel. Maak er zinnen mee.
bijvoorbeeld - tandenpoetsen:
schooldag
weekend
Op maandag poets ik mijn tanden om 7 uur.
In het weekend poets ik mijn tanden om 10 uur.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Teksten
Je krijgt de tekst van een andere leerling en corrigeert.

Probeer alle fouten aan te duiden!

Slide 7 - Slide

De leerlingen krijgen elkaars tekst en corrigeren.
Daarna bekijken ze hun eigen tekst om de feedback te lezen.
Week 6
Les 2

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vandaag:
Vraagzinnen en vraagwoorden in het Nederlands
interviewvragen maken

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Doelen
Je kunt vraagzinnen maken.
Je kunt verschillende vraagwoorden noemen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

vraagzinnen en vraagwoorden
Wie gaat op vakantie? Peter gaat op vakantie.
Wat eet jij? Ik eet een peer.
Hoe ga jij naar school? Ik ga met de fiets naar school.
Hoe laat sta jij op? Ik sta op om 6 uur.
Waar woon jij? Ik woon in Tilburg.
Waarom wandel jij graag? Wandelen is gezond.
Wanneer basketbal jij? Ik basketbal op maandag.

Slide 11 - Slide

Laat lln naar zinnen kijken.
Wat zien ze? In groepjes/tweetallen bespreken.
WIE vraagt naar:
A
personen
B
reden
C
dingen
D
op wat voor manier

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

WAT vraagt naar
A
personen
B
een plaats
C
dingen
D
een tijd

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

HOE vraagt naar
A
op wat voor manier
B
de tijd
C
iemands leeftijd
D
de reden

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

HOE LAAT vraagt naar
A
op wat voor manier
B
de tijd
C
iemands leeftijd
D
het aantal

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

WAAR vraagt naar
A
een reden
B
een manier
C
een plaats
D
de tijd

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

WAAROM vraagt naar
A
een plaats
B
een reden
C
een leeftijd
D
om hoe laat

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

WANNEER
A
een jaartal
B
ochtend, middag of avond
C
een dag
D
een tijd in iemands leven

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Zinnen met een vraagwoord:
Waarom ga je naar school?
Wie gaat naar de film?
Wanneer gaat hij naar zijn oma?
Wat gaan jullie doen?
Hoe maak je pannenkoeken?
Waar ligt Amsterdam?

Slide 19 - Slide

Wat kun je zeggen over de volgorde --> lln naar zinnen laten kijken
Dus de volgorde is:

Vraagwoord
werkwoord
persoon / ding / dier / plaats
rest

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

... gaat naar het zwembad?
A
Wat
B
Wie
C
Waar
D
Hoe

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

... is je tas?
A
Wanneer
B
Wat
C
Wie
D
Waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

... begint de les?
A
Hoe laat
B
Welke
C
Wanneer
D
Wie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

... boeken wil je lezen?
A
Welke
B
Waar
C
Wat
D
Hoeveel

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

... broers en zussen heb je?
A
Waar
B
Wat
C
Hoeveel
D
Wie

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

... is de docent?
A
Waar
B
Welke
C
Wie
D
Wat

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

... wil je eten?
A
Wie
B
Wat
C
Wanneer
D
Waar

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

... is het station?
A
Waar
B
Wie
C
Wat
D
Hoe

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

extra: oefenen
In het bos woont een heks. Ze heeft een kat. De heks en de kat wonen in een snoephuis. Om 17u gaat de zon onder. De heks en de kat gaan dan vliegen in de lucht.

Bedenk vijf vragen + antwoorden.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Interviewvragen maken
Je gaat nu individueel een document maken met 5-10 vragen die je kan gebruiken in een interview over dagelijkse routine/dagelijks leven.
Je schrijft je vragen op papier, in je schrift.

Slide 30 - Slide

De leerlingen maken zelf vragen en moeten dit document geprint meebrengen volgende les.
Week 6
Les 3

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Interview - 10 minuten
- Met een andere leerling;
- Doe het interview dat je in de vorige les hebt voorbereid.
- Maak notities. 
- Spreek en schrijf in het Nederlands.

Slide 32 - Slide

Je spreekt met een collega af indien mogelijk om tijdens dezelfde les samen te werken.
De leerlingen moeten per 2 (uit een andere klas) het interview doen dat ze vorige les hebben voorbereid.
Interview - uitwerken 
Schrijf een korte tekst (50 woorden) waarin je de antwoorden uitwerkt.
voorbeeld:
Jan staat elke ochtend om 7 uur op. Hij ontbijt en hij eet yoghurt. Hij gaat met de bus naar school. School begint om 08.45. 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Na het interview
- Je gaat op zoek naar 5 verschillen tussen je eigen dagelijkse routine  en die van de leerling die je geïnterviewd hebt.
Hij staat om 7 uur op, maar ik sta om 6.30 op.
- Later: bespreken in de klas.

Slide 34 - Slide

De leerlingen zoeken naar 5 verschillen en vertellen deze aan elkaar of aan de klas/leerkracht.
Einde

Slide 35 - Slide

Als je nog tijd over hebt dan kan je nog 'Wie is het?' spelen met de leerlingen in groepjes. 
Of je gebruikt de vragenlijst in de gedeelde map.
Schrijfoefening
Je krijgt nu tijd om met de zinnen van het bordspel 2 teksten te schrijven.
Let op: spelling, vervoeging van de werkwoorden (tegenwoordige tijd) en inversie!

Slide 36 - Slide

This item has no instructions