Piaget zwitserse Y : cogn. ontw. theorie
1896-1980
3 bekende begrippen van P?
assimilatie (aanpassing) , accommodatie (aanbrengen van kennis) & equilibratie
Ass: ki. weet dat een lepel hoort bij het bestek.
Acc: Ki leert later dat ook het mes en de vork onder de structuur, het bestek hoort.
Eq: = het onderhouden van kennis om evenwicht te houden tussen ass & acc.
4 periodes van P? : senso-motorische 0-2
pre-operationele 2-7, concreet-operationeel denken 7-12 & formeel-operationeel denken (12 en >).
Pavlov/Skinner horen bij? Behaviorisme
klassieke conditionering
operante conditionering> belonen & straffen
Erikson ? OntwikkelingsY 1902-1994) welke fases
1. vertrouwen vs wantrouwen 0-18 maanden) hechting kind
2. zelfstandigheid vs schaamte-twijfel (ikke zelf) (18 m - 3 jaar) exploratiedrang
3. initiatief vs schuldgevoel (3-5 j) ruimte bieden voor experimenten en te ondernemen.
4. vlijt vs minderwaardigheid (5-12 j)
positief zelfbeeld, voldoende bekrachting
5. identiteit vs rolverwarring (12-19 j) ontwikkelen tot stabiele persoonlijkheid
Vygotsky: Rus ontwikkelingsY 1896-1943 sociaal cognitieve l.th. - komt straks in de les aanbod.
Zone van de naaste ontwikkeling (actuele (zelfst)/ - naaste (samen) - frustratie- ook niet samen)
Mihaly Csik...: ? pos. Y > de flow professor kenmerken v flow? vis, tijd, kernkwaliteiten, meer energie, focus, weinig angst) andere bekende is
Martin Seligman (VS) (zie filmpjes)
Niet de focus op wat mankeert iemand maar wat zijn de kwaliteiten van iemand!
welke woorden horen daar bij: ? veerkracht, hoop, optimisme, motivatie, geluk & liefde
Nederlandse vertegenwoordiger van pos. Y = Veenhoven > de geluk professor!
Maslow: (1908-1970) VS humanistische Y
de basisbehoeften (eerst 5)
6e wordt toegevoegd door NL Van Delft & Wijers De piramide
1 is de basisbehoeften: zuurstof, drinken, eten (lichamelijke behoeften
2. behoefte aan veiligheid
3. behoefte aan liefde
4. behoefte aan eigenwaarde/erkenning
5. zelfverwerkelijking/zelfactualisatie/
zelfontplooiing
6. behoefte aan kennis, willen weten, leren/begrijpen
Satre : vrijheid van de mens als bestaansgrond.