1) Luisteroefening -> waar / niet waar
2) Vocabulaire, welk woord past het beste in de zin
3) Grammatica D -> Maak het bijvoeglijk naamwoord, let op plaats en vorm & grammatica H -> vervoeg de werkwoorden op -er
4) Phrases-clés -> je schrijft een bericht naar een nieuwe Franse vriend(in) over jezelf en je familie en huis.
5) Leesopdracht -> meerkeuzevragen
6) Vocabulaire -> woorden vertalen uit de tekst