This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Wie beslist?
paragraaf 3.3 Op weg naar kiesrecht voor iedereen
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze paragraaf kunnen jullie de verschillende politieke stromingen en hun kenmerken benoemen.
Slide 2 - Slide
"De koning heeft alle macht" Welk begrip hoort hierbij?
A
abolutionisme
B
nationalisme
C
feminisme
D
absolutisme
Slide 3 - Quiz
Wie hebben er kiesrecht in 1848?
A
Mannen mogen stemmen
B
Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
C
Als een man genoeg belasting betaald mag hij stemmen
D
Niemand mag stemmen
Slide 4 - Quiz
Hoe heet het als er maar een beperkte groep mag stemmen?
Slide 5 - Open question
Onschendbaarheid betekent:
A
Ministers kunnen niet vervolgd worden
B
Koning is niet verantwoordelijk voor politiek
C
Koning mag niets zeggen
D
Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning
Slide 6 - Quiz
De belangrijkste politieke groep in 1848 waren:
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen
Slide 7 - Quiz
Wat wilden de Socialisten?
A
Zo min mogelijk bemoeienis van de overheid
B
Meer invloed van de kerk
C
Algemeen Kiesrecht
D
Meer invloed van de koning
Slide 8 - Quiz
Wat wilden feministen?
A
Koninkrijk met een grondwet
B
Dezelfde rechten voor vrouwen als voor mannen
C
Vakbonden voor arbeiders
D
Algemeen kiesrecht voor mannen
Slide 9 - Quiz
Welke politieke partijen ken je?
Slide 10 - Mind map
Politieke stromingen
Liberalen
Confessionelen (Protestanten & Katholieken)
Socialisten (Sociaal Democraten & Communisten).
Slide 11 - Slide
Liberalen
Rijke burgers, eerste politici
Thorbecke (blz. 53)
Politieke partij: Liberale Unie.
Overheid moet zich zo min mogelijk met het land bemoeien, alleen zorgen voor veiligheid. Zeker niet met de economie.
Nachtwakerstaat.
Slide 12 - Slide
De patroon: Ik lees daar in de krant dat jullie zoveel jute-vezels in de longen krijgt. Dat moet uit zijn. Denk jullie dat de jute mij op den rug groeit?
Oefening:
Wie van deze mensen is liberaal? Waar kun je dat aan zien?
Noem ten minste 1 beeldkenmerk!
Slide 13 - Slide
Welke politieke partij heeft de meeste idealen van de liberalen overgenomen?
A
SGP
B
CDA
C
VVD
D
SP
Slide 14 - Quiz
Confessionelen
Twee stromingen: Katholieken en protestanten.
Beleid moet zijn volgens christelijke leer.
Beiden willen dat overheid ook bijzondere scholen (christelijke scholen) betaald.
Beiden zijn tegen socialisten en revolutie.
Slide 15 - Slide
Confessionelen
ARP (Protestants) Kuyper
Rooms -Katholieken
RKSP Schaepman
Slide 16 - Slide
Protestanten
Eerste politieke partij van Nederland: ARP (1879).
Abraham Kuyper,
Stemmers: "Kleine Luyden": arbeiders die hard werkten: winkeliers, schoolmeesters, boeren.
Kuyper wil dat zijn achterban mag stemmen.
Slide 17 - Slide
Katholieken
RKSP & KVP
Herman Schaepman
Achtergestelde groep (alleen veel katholieken in het Zuiden). Willen zelfde rechten als protestanten.
Slide 18 - Slide
Socialisme (Sociaal-Democraten)
Troelstra
Communisme
Marx.
Socialisme
Slide 19 - Slide
Sociaal-Democraten
SDAP
Pieter Jelles Troelstra
Opkomen voor fabrieksarbeiders.
Gelijkheid
Door middel van parlement verbeteringen voor arbeiders.
Sociale wetten en kiesrecht.
Slide 20 - Slide
Communisme
Door middel van een revolutie willen ze alle productiemiddelen in handen hebben van de staat.
Slide 21 - Slide
Algemeen Kiesrecht
In 1917 kregen mannen algemeenkiesrecht
Dankzij de pacificatie van de schoolstrijd
In 1919 kregen vrouwen ook kiesrecht
Slide 22 - Slide
Bij welke politieke stroming hoort deze persoon?
A
Liberalen
B
Rooms-Katholieken
C
Protestanten
D
Socialisten/Sociaal-Democraten
Slide 23 - Quiz
Confessionele partijen willen:
A
Samenwerken met de socialisten
B
De rijkdom eerlijk willen verdelen
C
Dat het geloof geen invloed heeft op de politiek
D
Emancipatie van katholieken en protestanten
Slide 24 - Quiz
Politieke partijen die in hun programma uitgaan van het geloof.
A
Feministen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen
Slide 25 - Quiz
Confessionele partijen willen:
A
Samenwerken met de socialisten
B
De rijkdom eerlijk willen verdelen
C
Dat het geloof geen invloed heeft op de politiek
D
Emancipatie van katholieken en protestanten
Slide 26 - Quiz
Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Liberalisme
D
Geen van alle
Slide 27 - Quiz
2. politieke stroming die opkomt voor vrijheid van burgers door zo weinig mogelijk regels te maken
A
socialisten
B
communisten
C
confessionelen
D
liberalen
Slide 28 - Quiz
Welk strijdpunt past niet bij de Eerste Feministische Golf?
A
Stemrecht
B
Toegang tot Universiteit
C
Abortus
D
Eerlijker onderwijs
Slide 29 - Quiz
Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
D
Geen van alle
Slide 30 - Quiz
Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Confessionalisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Geen van alle
Slide 31 - Quiz
Begrippen uit deze les
Liberalen.
Confessionelen.
Protestanten.
Katholieken.
Socialisme
Communisme
Feministme
Slide 32 - Slide
Jaartallen uit deze les
1879 Antierevolutionaire partij (ARP)
1917 algemeen kiesrecht mannen.
1919 Algemeen kiesrecht vrouwen.
Slide 33 - Slide
Personen uit deze les
Johan Rudolph Thorbecke
Abraham Kuyper (Protestant)
Herman Schaepman (katholiek)
Karl Marx (Communist)
Troelstra (Socialistisch)
Aletta Jacobs (Feminisme
Slide 34 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 35 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen