Chapitre 1, test vocabulaire A et B

Traduisez le mot:
la rentrée
A
de terugweg
B
de eerste vakantiedag
C
de eerste schooldag
D
de reis
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Traduisez le mot:
la rentrée
A
de terugweg
B
de eerste vakantiedag
C
de eerste schooldag
D
de reis

Slide 1 - Quiz

Traduisez le mot:
aux Pays-Bas
A
in/naar België
B
in/naar Duitsland
C
in/naar Engeland
D
in/naar Nederland

Slide 2 - Quiz

Traduisez le mot:
en Allemagne
A
in/naar Oostenrijk
B
in/naar Nederland
C
in/naar Duitsland
D
in/naar Engeland

Slide 3 - Quiz

Traduisez le mot:
rencontrer
A
ontmoeten
B
ontdekken
C
vertellen
D
blijven

Slide 4 - Quiz

Traduisez en français:
daarna
A
au début
B
ensuite
C
loin
D
commencer

Slide 5 - Quiz

Traduisez en français:
het is koud


A
il fait mauvais
B
il fait chaud
C
il fait beau
D
il fait froid

Slide 6 - Quiz

Traduisez en français:
ik ben bang
A
je crois
B
je prends
C
j'ai peur
D
il a plu

Slide 7 - Quiz

Traduisez en français:
Het was 28 graden

Slide 8 - Open question

Traduisez en français:
Ik ben met de auto naar Italië geweest

Slide 9 - Open question

Traduisez en français:
Met mijn ouders en mijn broer

Slide 10 - Open question

Geef in het Frans antwoord op de vraag:
"Il a fait beau"

Slide 11 - Open question

Geef in het Frans antwoord op de vraag:
"Tu as passé de bonnes vacances?"

Slide 12 - Open question