Unité 2 - Verbes -er, -ir présent, pc, imparfait

1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vertaal. Noteer geen punt achter je antwoord.

hij gehoorzaamt

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

- Regarder les videos 
                             verbes (-er) / -ir / -re

- Faire les quizizz verbes en -ir / -re
                         
- Faire les tests formatifs dans Socrative

 


Fini??                    Apprendre le verbe savoir + les verbes en IR/RE

Jeudi 14 et vendredi 15
mars
Na deze les:
- Kan ik de regelmatige werkwoorden -IR/RE toepassen in 3 tijden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

OEFENINGEN
(vraag zo nodig om feedback bij je docent over jouw foute antwoorden)
Quizizz verbes -RE: KLIK HIER
Quizizz verbes -IR: KLIK HIER
Vul je echte naam in! Dan kan je docent je helpen ;-)

Slide 8 - Slide

TEST JEZELF (formatieve toetsen)
(vraag zo nodig om feedback bij je docent over jouw foute antwoorden)
Socrative PRÉSENT -RE/-IR: V3APRESENT
Socrative PASSÉ-COMPOSÉ -RE/-IR: V3PASSÉCOMPOSE
Socrative verbe "savoir":V3ASAVOIR
Socrative IMPARFAIT -RE/-IR: V3IMPARFAIT

Slide 9 - Slide

- Parler des fautes du Socrative
                              en duo

- Apprendre pour le contrôle

- Faire les Quizizz / Socrative
 
- Faire les exercices 9,10,11,12,13,14
                          écouter



Mardi 19 mars
Na deze les:
- Kan ik de regelmatige werkwoorden -IR/RE/SAVOIR toepassen in 3 tijden
- Kan ik een gesprek begrijpen bij een balie/receptie

Slide 10 - Slide

Bespreking knelpunten:

Slide 11 - Slide

Vertaal. Noteer geen punt achter je antwoord: wij hebben niet geweten


Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Vertaal: zij slagen (M. mv.)
Jullie kunnen het werkwoord vertalen maar niet goed schrijven. Daarnaast weten sommige leerlingen niet wat "zij" is in het Frans.

Slide 14 - Open question

Vertaal. Noteer geen punt achter je antwoord: hij gehoorzaamt

Jullie kunnen het werkwoord vertalen maar niet goed schrijven.

Slide 15 - Open question

Vertaal. Noteer geen punt achter je antwoord: ik wacht

Jullie kunnen het werkwoord vertalen maar jullie vergeten rekening te houden met de klinkerbotsing.

Slide 16 - Open question

Kies het juiste werkwoord en noteer dat in de juiste vorm.
Vous ... à quelle heure normalement ? (choisir / finir / attendre)

De meeste mensen kiezen het juiste werkwoord maar vervoegen hem niet goed met "vous".

Slide 17 - Open question

Kies het juiste werkwoord en noteer dat in de juiste vorm.
Zij kunnen geen piano spelen.

Jullie kiezen of het verkeerde werkwoord of jullie gebruiken het verkeerde lidwoord.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Vul de juiste vorm van de passé-composé
Elles .................... un formulaire (invullen)

Jullie kunnen het werkwoord vertalen maar jullie vergeten het hulpwerkwoord.

Slide 20 - Open question

Zet de woorden in de juiste volgorde om een Franse zin in de passé-composé te maken.
Let op! Het werkwoord moet vervoegd worden in de PC.
une image | sur internet | on | télécharger | avoir

Een Franse zin begint (bijna) ALTIJD met het onderwerp!! Daarna persoonsvorm, daarna rest van de zin.
Jullie zijn ook vaak het hulpwerkwoord vergeten.

Slide 21 - Open question

Zet de woorden in de juiste volgorde om een Franse zin in de passé-composé te maken.
Let op! Het werkwoord moet vervoegd worden in de PC.
chanson de Zaz |écouter | avoir | elles

Een Franse zin begint (bijna) ALTIJD met het onderwerp!! Daarna persoonsvorm, daarna rest van de zin.
Jullie zijn ook vaak het hulpwerkwoord vergeten.

Slide 22 - Open question

Vertaal. Noteer geen punt achter je antwoord.
jullie zijn geslaagd

Jullie gebruiken het verkeerde hulpwerkwoord!! "slagen" staat op de stencil niet als werkwoord die vervoegd wordt met hulpwerkwoord "être"

Slide 23 - Open question

Vertaal: u heeft geantwoord

Jullie gebruiken het goede werkwoord!! Maar jullie vergeten het accent.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Geef de Nederlandse vertaling van de vetgedrukte woorden.
Moi, je ne "perdais" jamais mon portable !

Jullie gebruiken het goede werkwoord!! Maar jullie vertalen hem niet in de juiste tijd!

Slide 26 - Open question

Vertaal. Noteer geen punt achter je antwoord: zij koos

Jullie gebruiken het goede werkwoord!! Maar jullie vervoegen hem niet goed! Denk aan hoe je de stam moet maken van "ir" in de imparfait!!

Slide 27 - Open question

Vertaal. Noteer geen punt achter je antwoord: wij reagerden

Jullie gebruiken het verkeerde werkwoord!!

Slide 28 - Open question

Vertaal. Noteer geen punt achter je antwoord: ik wachtte niet


Slide 29 - Open question

- Contrôle verbes en -ir, -re + savoir
                           Socrative

- Faire les exercices 9,10,11,12,13,14
                          Écouter



Vendredi 22 mars
Na deze les:
- Kan ik de regelmatige werkwoorden -IR/RE/SAVOIR toepassen in 3 tijden
- Kan ik een gesprek begrijpen bij een balie/receptie

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide