Lessenserie redeneren over literatuur

Leren redeneren over literatuur
 Verteller en betrouwbaarheid



H4d
Les 23
12 december
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Leren redeneren over literatuur
 Verteller en betrouwbaarheid



H4d
Les 23
12 december

Slide 1 - Slide

Programma en lesdoelen
- Startopdracht
- Uitleg vertelperspectief en effect
- Check!
- Instructie en zelfstandig werken
- Bespreken antwoorden
- Afronding

Lesdoelen:
- de leerling weet welk vertelperspectief (ik-verteller, auctoriale verteller en een personale verteller) er bestaat en is in staat om dit aan te wijzen in een tekstfragment;
- de leerling kan redeneren over taal, waarbij hij leert redeneren over de betrouwbaarheid van een verteller.

Slide 2 - Slide

Startopdracht: wat weet je al van 'vertelperspectief'?

Slide 3 - Open question

Uitleg vertelperspectief (=vertelinstantie) en effect
  • Ik-verteller:
- wel een personage; vertellen achteraf (vertellend-ik); vertellen over het nu (belevend-ik).
Ik voelde de zon op mijn gezicht schijnen terwijl ik door het park liep, mijn gedachten afdwalend naar de mooie herinneringen die ik daar heb beleefd. (belevend-ik) versus Terwijl ik door het park liep, voelde ik de zon op mijn gezicht schijnen. Mijn gedachten dwaalden af naar de mooie herinneringen die ik daar heb beleefd. (vertellend-ik)
  • Auctoriale verteller:
- geen personage; verwijst naar zichzelf als verteller; geeft vertellescommentaar; staat 'boven' het verhaal; weet meer dan de personages.
In het park voelde de zon haar stralen op de gezichten van voorbijgangers schijnen, terwijl herinneringen aan vreugdevolle momenten hen deden glimlachen. 
  • Personale verteller:
- verteller is niet merkbaar, maar personen worden wel gevolgd; in derde persoon; verwijst niet naar zichzelf; geeft geen vertelperscommentaar; staat niet 'boven' het verhaal.
Hij voelde de zon op zijn gezicht schijnen terwijl hij door het park liep, zijn gedachten afdwalend naar de mooie herinneringen die hij daar heeft beleefd. 

Slide 4 - Slide

Uitleg vertelperspectief en effect
  • Vertelperspectief > onbetrouwbaarheid > vooral bij personaal vertelperspectief en ik-vertelperspectief > identificatie van één persoon
  • Personage kan binnen de verhaalwerkelijkheid liegen, de zaken mooier voorstellen dan ze zijn of een vertekend beeld van de werkelijkheid ophangen

‘Nog altijd ben ik trager in het geven van een juist relaas dan in het opdissen van een fabeltje.’ Uit: Een nagelaten betekenis (1894)
'Vandaag zag ik een man met een enorme neus - zo groot dat het bijna leek alsof zijn gezicht er niet was, alleen die neus. Ik zweer het, het was alsof hij zijn neus voor hem uit duwde als een ploeg! Maar weet je wat het gekste was? Niemand anders leek het te merken! Ze liepen allemaal gewoon langs alsof er niets aan de hand was. Ik begon te denken dat ik misschien hallucineerde, maar toen ik goed keek, was die neus er nog steeds, net zo groot en prominent als daarvoor. Het is gewoon belachelijk!' Uit: Het dagboek van een gek  (1835)
> effecten? Verteller één geeft toe dat hij beter is in het vertellen van fabeltjes en verteller twee toont een overdreven en mogelijk fantasierijke beschrijving van de geschiedenis

  • Wat maakt het dat een verteller betrouwbaar is? Wie bepaalt dat? > is uiteindelijk persoonsgebonden

Slide 5 - Slide

Check!
Lees Hoela van Cees Nooteboom en beantwoord de volgende vragen:

- van welk vertelperspectief is er in dit fragment sprake?
- wat is het effect van het vertellen?

Slide 6 - Open question

Instructie en zelfstandig werken
Lees de fragmenten uit De aanslag, Het gouden ei en Het diner
Beantwoord de vragen eerst individueel
Klaar? Bespreek in een duo tot welke antwoorden je bent gekomen en vooral waarom, pas aan daar waar nodig

Tijd: 15 minuten

Slide 7 - Slide

Bespreken werkblad
Wat zijn mogelijke antwoorden?
Welke lering, voor je latere leven, kun je uit de les halen?

Tijd: 10 minuten

Slide 8 - Slide

Afronding
Bekend, bewaard, benieuwd? Zijn de leerdoelen behaald?

Slide 9 - Open question

Leren redeneren over literatuur
 Verteller en betrouwbaarheid



H4d
Les 24
13 december

Slide 10 - Slide

Programma en lesdoelen
- Herhaling
- Instructie en zelfstandig werken
- Afronding

Lesdoelen:
- de leerling is in staat om een drie fragmenten te schrijven vanuit de drie vertelinstanties (ik-verteller, auctoriale verteller en personale verteller).   

Slide 11 - Slide

Herhaling
Welke drie vertelperspectieven zijn er?
Wat is het nut van deze opdrachten?
Welke lering stond er de vorige les centraal?

Slide 12 - Slide

Instructie en zelfstandig werken
Je gaat individueel drie fragmenten schrijven over een willekeurig onderwerp vanuit een ik-verteller, een auctoriële verteller en een personale verteller > fragment in een boek

Voorwaarden: elk fragment moet minimaal 200 woorden bevatten en wordt handgeschreven

Houd De aanslag, Het gouden ei en Het diner erbij als goede voorbeelden


Tijd: 30 minuten

Slide 13 - Slide

Afronding
Bekend, bewaard, benieuwd? Is het leerdoel behaald?

Slide 14 - Open question