Stap 1: hele werkwoord = e-mailen
Stap 2: haal -en eraf: e-mail
Stap 3: zit de medeklinker vóór -en in 't ex kofschip?
Nee? + de(n)
Hij e-mailde elke dag met zijn broer. (enkelvoud)
Roos en Gerda e-mailden ook met haar. (meervoud)
Mijn zus heeft nog nooit ge-e-maild. (voltooid deelwoord)