H26 Hulp bieden bij eten en drinken

• Vaktheorie
• MBO
• Studiejaar 2

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Aan tafel laten zitten

1. Wel doen
2. Niet doen

Een aantal keren zeggen 'je moet echt iets eten'

1. Wel doen
2. Niet doen

Kleine porties geven

1. Wel doen
2. Niet doen

Speelgoed geven zodat hij zich niet verveelt tijdens het eten

1. Wel doen
2. Niet doen

Zeggen dat hij straks niet op de IPad mag als hij zijn eten niet opeet

1. Wel doen
2. Niet doen

Zo min mogelijk aandacht aan hem besteden

1. Wel doen
2. Niet doen

Waar houd je rekening mee bij een energiebeperkt dieet?

Waar houd je rekening mee bij een natriumbeperkt dieet?

Waar houd je rekening mee bij een glutenvrij dieet?

Waar houd je rekening mee bij een lactosebeperkt dieet?

Allergenen

Wat mag je niet eten als je allergisch bent voor schaaldieren?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat mag je niet eten als je niet tegen lactose kunt?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat mag je niet eten als je niet tegen soja kunt?

1. 
2. 
3. 
4. 

Symptomen van een voedselallergie kunnen zijn: Buikpijn en/of -krampen en diarree.

1. Waar
2. Niet waar

Huidklachten zijn symptomen van voedselallergie.

1. Waar
2. Niet waar

Wat mag je niet eten als je allergisch bent voor ei?

1. 
2. 
3. 
4. 

In frietjes zitten gluten

1. Waar
2. Niet waar

Samenvatting

- Je weet nu welke hulpmiddelen voor voeding er zijn

- Je weet nu waar je rekening mee moet houden bij verschillende diëten

- Je weet nu wat allergenen zijn en in welke voedingsmiddelen je deze kunt vinden.

Wat heb je
vandaag geleerd?

Huiswerk:

Thema 9

Hoofdstuk 26: Hulp bieden bij eten en drinken

Bladzijde 381 t/m 384