Thematoets 3 Planten en dieren

Voorbereiden op de toets
Thema 3
Planten en dieren
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voorbereiden op de toets
Thema 3
Planten en dieren

Slide 1 - Slide

Belangrijke woorden
  • prooi
  • zuurstof
  • exotisch
  • dierenasiel
  • tuinbouw
  • verwaarlozen 

Slide 2 - Slide

zuurstof

Slide 3 - Mind map

prooi

Slide 4 - Mind map

exotisch

Slide 5 - Mind map

dierenasiel

Slide 6 - Mind map

tuinbouw

Slide 7 - Mind map

verwaarlozen

Slide 8 - Mind map

Wat is 'bemesten'?

Slide 9 - Open question

Wat is een ecoduct?

Slide 10 - Open question

Wat betekent 'zeldzaam'

Slide 11 - Open question

spelling en grammatica

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde

Slide 12 - Slide

persoonvorm
onderwerp
werkwoordelijk
gezegde
stel de vraag:  wie of wat + pv
zet de zin in een andere tijd
maak er een vraagzin van
alle werkwoorden in de zin

Slide 13 - Drag question

Wat is de persoonsvorm in de zin:

Mijn vader gaat elke zondag fietsen.
A
Mijn vader
B
elke zondag
C
gaat
D
fietsen

Slide 14 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de zin:

Hij vindt drop lekkerder dan chips.
A
drop
B
Hij
C
chips
D
vindt

Slide 15 - Quiz

Wat is het onderwerp in de zin:

Kan ik jou morgen helpen?
A
ik
B
morgen
C
kan
D
helpen

Slide 16 - Quiz

Wat is het onderwerp in de zin:

Debbie geeft een les grammatica
A
grammatica
B
Debbie
C
geeft
D
een les

Slide 17 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde in:

Ga jij morgen fietsen in het bos?
A
Ga
B
Jij
C
Ga fietsen
D
fietsen

Slide 18 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde in:

Ik wil liever zelf een taart gaan bakken.
A
wil
B
wil bakken
C
wil gaan
D
wil gaan bakken

Slide 19 - Quiz

Lezen
Een tekst heeft een:
  • titel
  • alinea's
  • hoofdonderwerp
  • deelonderwerpen
  • hoofdgedachte

Slide 20 - Slide

formeel
informeel
je spreekt iemand aan met 'U'
een sollicitatiebrief schrijven
een verjaardagskaart sturen naar je vriendin
straattaal gebruiken in een app

Slide 21 - Drag question

Succes met de toets!

Slide 22 - Slide