2 hoofzinnen verbinden

2 hoofdzinnen verbinden met:
maar, want, dus, en, of
1 / 16
next
Slide 1: Slide
nederlandsBeroepsopleiding

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2 hoofdzinnen verbinden met:
maar, want, dus, en, of

Slide 1 - Slide

Ga je naar school ............ blijf je thuis?
A
want
B
dus
C
maar
D
of

Slide 2 - Quiz

Ik drink koffie, ............ ik heb dorst.
A
want
B
dus
C
maar
D
of

Slide 3 - Quiz

Ik wil met de bus, ............ de bus komt niet.
A
want
B
dus
C
maar
D
of

Slide 4 - Quiz

Ik draag bruine schoenen ............ ik draag rode schoenen.
A
of
B
want
C
maar
D
en

Slide 5 - Quiz

Ik moet thuis nog veel doen, ..........ik ga snel naar huis.
A
dus
B
want
C
maar
D
of

Slide 6 - Quiz

De koeien lopen in de wei ............ ze eten gras
A
of
B
want
C
maar
D
en

Slide 7 - Quiz

Ik ben ziek, ............ ik ga naar de dokter.
A
want
B
dus
C
maar
D
of

Slide 8 - Quiz

Ik woon in een flat, ..........ik wil liever in een huis wonen.
A
dus
B
want
C
maar
D
en

Slide 9 - Quiz

De woonkamer is licht, ............ de woonkamer heeft grote ramen.
A
maar
B
dus
C
want
D
of

Slide 10 - Quiz

Mijn oudste zoon is 11 ............ mijn jongste zoon is 6 jaar.
A
want
B
en
C
maar
D
of

Slide 11 - Quiz

Ik ga niet naar school, want......

Slide 12 - Open question

Ik eet vandaag pizza of......

Slide 13 - Open question

Ik heb geen auto, dus......

Slide 14 - Open question

Ik wil graag een computer, maar......

Slide 15 - Open question

Ik koop een bank en......

Slide 16 - Open question