Brugklas - Oefentoetsje stevigheid en bewegen

Oefentoets
Stevigheid e bewegen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefentoets
Stevigheid e bewegen

Slide 1 - Slide

Beweging en stevigheid zijn twee functies van het skelet. Noem de andere twee

Slide 2 - Open question

zet op juiste plek. sommige blijve over
Spaakbeen
Opperarmbeen
Ellepijp



middenhands
beentjes



handwortel
beentjes
vingerkootjes
voetwortelbeentjes

Slide 3 - Drag question

opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 4 - Drag question

Vet wordt opgeslagen in het gele beenmerg van de platte beenderen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Gewrichts-
blessures
Spier-
blessures
Bot-
blessures
Botbreuk
Ontwrichting
Verstuiking
Verzwikking
Spierpijn
Spierkneuzing
Spierkramp
Zweepslag

Slide 6 - Drag question

Jonge kinderen hebben veel kraakbeen in hun beenderen, waardoor deze niet snel breken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Kalk maakt het skelet harder en minder breekbaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Naadverbindingen in de schedel van volwassenen kunnen een beetje bewegen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Je neus-tussenschotje bestaat vooral uit lijmstof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Koppel de blessure aan de sport
Voetbal
Wielrennen
Turnen
Sleutelbeenbreuk
Enkelbreuk
Kuitbeenbreuk

Slide 11 - Drag question

Scoliose ontstaat door verkeerd tillen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Als je kalkstof uit een bot haalt wordt het hard en breekbaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Leg uit hoe de dunnere en dikkere spier op het plaatje samenwerken om de vleugel te laten bewegen.
Hoe noem je spieren die zo samenwerken?

Slide 14 - Open question

Noem de vier verschillende typen beenverbindingen.

Slide 15 - Open question

kan meerdere antwoorden plaatsen
Naadverbinding
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen
Veel beweging
Geen beweging
Beetje beweging
Geen beweging

Slide 16 - Drag question

Osteoporose is een aandoening waarbij botafbraak plaats vindt. Door osteoporose kunnen de rugwervels inzakken waardoor je krommer gaat lopen en zenuwen bekneld kunnen raken. Dit inzakken van de wervelkolom kan tot ziekteverschijnselen leiden.
Noteer twee verschijnselen waar je last van kunt krijgen.

Slide 17 - Open question

Welke spieren vind je niet in je organen?
A
Kringspieren
B
Lengtespieren
C
Willekeurige spieren
D
Onwillekeurige spieren

Slide 18 - Quiz

Hoe heet de taaie, stevige onderdelen die spieren met een botten verbinden?
A
Spierbundels
B
Platte spieren
C
Holle spieren
D
Pezen

Slide 19 - Quiz

Met welke letter is een enkele spiervezel aangegeven?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 20 - Quiz

Opperarmbeen
Spaakbeen
Heiligbeen 
Dijbeen
Kuitbeen

Slide 21 - Drag question

Dijbeen
Pees
Meniscus
Scheenbeen
Gewrichtskapsel
Knieschijf

Slide 22 - Drag question

a) De schijven tussen je wervels bestaan veelal uit lijmstof.
b) Lijmstof zorgt voor de stevigheid van je botten.
c) Ouderen hebben meer kalkstof waardoor hun botten makkelijker
 breken.
d) Aan het einde van de puberteit verbenen je groeischrijven.
e) Het gele beenmerg zit vooral in de pijpbeenderen.
f) Je ribben zitten vast op zowel je borstwervels.
g) Door een verkeerde lichaamshouding krijgt je wervelkolom een
     dubbele s-vorm.

WAAR
NIET WAAR
a
b
c
d
e
f
g

Slide 23 - Drag question

Wat zijn onwillekeurige spieren?
A
Spieren die steeds maar door gaan met samentrekken
B
Spieren die zich 'vanzelf' samentrekken
C
Spieren die zich samentrekken als jij dat wilt
D
Spieren die zich samentrekken als jij dat niet wilt

Slide 24 - Quiz

Wat voor blessure is dit?
A
Botbreuk
B
verzwikking
C
ontwrichting
D
verstuiking

Slide 25 - Quiz