Zinsontleding Quiz

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Welk woord is de PV in de volgende zin?
Kim brengt mij iedere dag gele appels.

Welk woord is de PV in de volgende zin?
De lange man met de grote oren is verkouden.

Welk woord is de PV in de volgende zin?
Zij liep over het plein naar de supermarkt.

Welk woord is het OND in de volgende zin?
Liep Henk naar de supermarkt?

Welk woord is het OND in de volgende zin?
Het meisje met de gele jas komt altijd te laat.

Welk woord is het GEZ in de volgende zin?
Het meisje met de gele jas komt morgen.

Welk woord is het GEZ in de volgende zin?
Zij kwam mij verse groente brengen.

Welk woord is het GEZ in de volgende zin?
Zij mag mij iedere dag kusjes komen geven.

Welk woord is het LV in de volgende zin?
Zij geeft iedere dag appels aan mij.

Welk woord is het LV in de volgende zin?
Bijles krijg ik iedere woensdag van mijn oom.

Welk woord is het LV in de volgende zin?
Sem mag Joeri meenemen op vakantie.

In de volgende zinnen benoem je alle zinsdelen. doe dit precies op de volgende manier:

PV= 

Ond= 

Gez=

LV=

Voorbeeldzin:

Tim krijgt jeuk van al die muggenbulten

PV= krijgt

Ond= tim

Gez= krijgt

LV= jeuk

Benoem alle zinsdelen (pv-ond-gez-lv) van deze zin:
Ik maak deze opdracht voor Nederlands.

Benoem alle zinsdelen (pv-ond-gez-lv) van deze zin:
Het is erg warm gebleven deze week.

Benoem alle zinsdelen (pv-ond-gez-lv) van deze zin:
Mira is vorig jaar blijven zitten.

Benoem alle zinsdelen (pv-ond-gez-lv) van deze zin:
Kreeg Karin buikpijn van het eten?

Benoem alle zinsdelen (pv-ond-gez-lv) van deze zin:
Tristan mag op mijn feestje komen.

Benoem alle zinsdelen (pv-ond-gez-lv) van deze zin:
Die jongen uit het derde jaar vindt zij leuk.

Benoem alle zinsdelen (pv-ond-gez-lv) van deze zin:
Ik heb van mijn vriendje een ketting gekregen.

Benoem alle zinsdelen (pv-ond-gez-lv) van deze zin:
Hij heeft lopen klooien tijdens zijn toets.