BS 6: warmtetransport

kernbegrippen
Warmtetransport: warmtetransport, warmtegeleiding, warmtegeleider,  warmtestraling, warmte stroming

Warmte-isolatie: isoleren, dubbel glas, gordijnen, spouw, spouwisolatie

Isolatie bij dieren: vet, haren, haarspiertjes, veren
1 / 13
next
Slide 1: Slide
mens en natuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

Items in this lesson

kernbegrippen
Warmtetransport: warmtetransport, warmtegeleiding, warmtegeleider,  warmtestraling, warmte stroming

Warmte-isolatie: isoleren, dubbel glas, gordijnen, spouw, spouwisolatie

Isolatie bij dieren: vet, haren, haarspiertjes, veren

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

De radiator geeft warmte af door...
A
Warmtestraling
B
Warmtestroming
C
warmtestraling en warmtestroming
D
warmtestraling, warmtestroming en warmtegeleiding

Slide 3 - Quiz

Warmtetransport vindt plaats dankzij;
A
Hitte
B
Absorptie
C
Temperatuurverschillen
D
De kachel

Slide 4 - Quiz

Een radiator is van metaal gemaakt en de knop van een radiator van plastic.
Waarom is dat zo?

Slide 5 - Open question

Hoe kun je goed warmte isoleren?
A
Dubbele glazen in het raam
B
Metalen muren in je huis hebben
C
Buiten koken
D
Lucht tussen de muur

Slide 6 - Quiz

Waar zien we een voorbeeld van GELEIDING bij een pan met kokend water?
A
Vanaf het vuur naar de omgeving
B
In het water
C
In de steel van de pan
D
vanaf de pan naar het water

Slide 7 - Quiz

Hoe kun je het verlies van warmtestraling tegengaan?
A
Een dikke muur met steenwol
B
dubbel glas
C
plastic tochtstrips
D
reflecterende isolatie

Slide 8 - Quiz

In de huid van vogels en zoogdieren komt voor de isolatie een laag .....1........voor.

Vogels hebben voor de isolatie .......2....... op hun huid.
A
1= spieren 2= veren
B
1=vet 2-haren
C
1=spieren 2=haren
D
1=vet 2=veren

Slide 9 - Quiz

De meeste zoogdieren hebben ....1.... op hun huid.

Als vogels of zoogdieren het koud hebben, gaan de haren of veren ........2.........
A
1= haren 2=plat liggen
B
1=veren 2=plat liggen
C
1-=haren 2=rechtop
D
1=veren 2=rechtop

Slide 10 - Quiz

1.De gastoevoer van een geiser wordt geopend als de temperatuur van het water in de geiser onder de ingestelde
temperatuur daalt.

2.In een geiser zit altijd een voorraad warm water.
A
1 en 2 zijn beide waar
B
1 =waar 2 = niet waar
C
1=niet waar 2=waar
D
1 en 2 zijn beide niet waar

Slide 11 - Quiz

1. Bij een combiketel is een boiler
ingebouwd in de cv installatie.

2. Een combiketel brandt als er
warm water wordt verbruikt.
A
1 en 2 zijn beide waar
B
1 =waar 2 = niet waar
C
1=niet waar 2=waar
D
1 en 2 zijn beide niet waar

Slide 12 - Quiz

Heb je deze les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll