Kapitel3: Gebiedende wijs

1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Imperativ

De gebiedende wijs, hoe zit dat ook al weer in het Duits?

Slide 2 - Slide

Hoeveel elke vormen zijn er van de gebiedende wijs?
A
2
B
3
C
4
D
7

Slide 3 - Quiz

De 3 vormen van de gebiedende wijs zijn:

Slide 4 - Open question

Imperativ/ Gebiedende wijs
-In dieser lesson up wiederholen wir die verschiedenen Formen des Imperativs.

Slide 5 - Slide

Toepassing

Met de gebiedende wijs gebieden wij iemand iets te doen!


Beispiel:

Halten Sie!Steigen Sie ein!Fahren Sie mich zum Bahnhof!

Slide 6 - Slide

de 3- vormen


gebiedende wijs - enkelvoud

gebiedende wijs - meervoud

gebiedende wijs - beleefdheidsvorm

Slide 7 - Slide

Gebiedende wijs enkelvoud


Deze wordt gevormd door de stam van de  -du- vorm te nemen.

Soms met -e bij werkwoord met een d-t / m-n in de stam


Beispiel:
Antworte, bitteAtme durch!
Waarom -du vorm?ich sprechedu sprichst-> geb.wijs enk wordt-> sprich!

Slide 8 - Slide

Gebiedende wijs meervoud

Voor deze vorm gebruik je de -IHR vorm

-Sprecht Kinder!

-Hört mich AN (luister naar mij)

-atmet!  (adem!)

(de ihr-vorm is stam plus -t )

Slide 9 - Slide

Gebiedende wijs beleefdheidsvorm

Dit is de -u vorm.


Hele werkwoord + Sie


Dus:

Schlafen Sie,  

Atmen Sie, Herr Aan het Rot



Slide 10 - Slide

samengevat


- enkelvoud: stam van de du- vorm  (Let op! +e bij stam op d/t, m/n)


- meervoud = ihr- vorm


- beleefdheidsvorm = hele werkwoord + Sie

Slide 11 - Slide

Mal üben!

Slide 12 - Slide

Beleefdheid (kommen) ...
Komt u naar huis
A
kommt nach Hause
B
kommen Sie nach Hause
C
kommt Sie nach Hause
D
kömmen Sie nach Hause

Slide 13 - Quiz

lassen(=laten)
... mich in Ruhe, Peter!
A
lasst
B
lasse
C
lass
D
lassen Sie

Slide 14 - Quiz

Let op!



Bij een stam op een d,t
krijg je een extra-e
antworten- antwort-> ihr antwort-et

Slide 15 - Slide

warten (=wachten)
Ilse und Erika, .... auf mich!
A
warten
B
wart
C
warst
D
wartet

Slide 16 - Quiz

haben en sein

haben en sein wijken van de regels af.
Zie blz 17 van je Handbuch.

Slide 17 - Slide

Gebiedende wijs enkelvoud
moeilijker met e-i Wechsel van de sterke werkwoorden:
helfen -> du hilfst -> hilf!
nehmen -> du nimmst -> nimm!
lesen -> du liest -> lies!

Slide 18 - Slide

gebiedende wijs enkelvoud van "reden"
A
red
B
redet
C
rede

Slide 19 - Quiz

Gebied. wijs enkelvoud van "geben"
A
gebt
B
geben Sie
C
gib
D
gibst

Slide 20 - Quiz

Gebied. wijs enkelvoud van "sprechen"
A
sprech
B
sprecht
C
sprich

Slide 21 - Quiz

Gebied. wijs meervoud van "tragen"
A
trägt
B
tragt
C
trage

Slide 22 - Quiz

Gebied. wijs meervoud van "gewinnen"
A
gewinnt
B
gewinnen
C
gewinn

Slide 23 - Quiz

Gebied. wijs beleefdheid
"sprechen"
A
spricht
B
sprichen Sie
C
sprechen
D
sprechen Sie

Slide 24 - Quiz

gebied. wijs beleefdheid van "denken"


A
denken
B
denk
C
denken Sie
D
denk Sie

Slide 25 - Quiz

Geschafft!

Slide 26 - Slide

Und jetzt?

Ga zelfstandig oefenen voor het proefwerk en dat doe je zowel met je aantekeningen als op de digitale methodesite met test jezelf. Maak steeds gebruik van je handboek grammatica en van de Spickzettel!!!

Slide 27 - Slide