Fasen & onderverdeling van stoffen
1 / 19
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Het aantal fasen waarin een stof
kan voorkomen, is:
A
1
B
4
C
3
D
2
Slide 2 - Quiz
Welke van de volgende stoffen is een mengsel?
A
gedestilleerd water
B
zuiver appelsap
C
diamant
D
keukenzout
Slide 3 - Quiz
Wat staat hiernaast
afgebeeld?
A
grafiek
B
branddriehoek
C
fasedriehoek
D
reactie
Slide 4 - Quiz
Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Smelten
Stollen
Condenseren
Sublimeren
Rijpen
Verdampen
Gasvormig
Vloeibaar
Vast
Slide 5 - Drag question
Welke bewering is niet waar?
A
een gas kun je samenpersen
B
vloeibaar = (v)
C
(g) --> (s)
= rijpen
D
kristalsuiker is een zuivere stof
Slide 6 - Quiz
Sleep de begrippen naar de juiste veiligheidspictogrammen.
Er blijft 1 begrip over.
irriterend
corrosief
ontvlambaar
oxiderend
giftig
Slide 7 - Drag question
Sleep de begrippen naar het juiste vakje.
wel stofeigenschap
géén stofeigenschap
vorm
fase bij kamer-temperatuur
dichtheid
kookpunt
kleur
geur
vloeibaar
magnetisch
oplosbaar in water
Slide 8 - Drag question
Zuivere stof of mengsel?
mengsel
zuivere stof
bronwater
zeewater
gedestilleerd water
coca-cola
zuurstof
suiker
rivierwater
Slide 9 - Drag question
Zuivere stof
Oplossing
Emulsie
Melk
Wijn
Mayonaise
Limonade
Azijn
Gedestilleerd water
Pindakaas
Thee
Slide 10 - Drag question
Zand in water is een voorbeeld van een...
A
oplossing
B
emulsie
C
zuivere stof
D
suspensie
Slide 11 - Quiz
Zuivere stof
Zuivere stof
Mengsel
Slide 12 - Drag question
Het ...... is een vereenvoudigde voorstelling van hoe stoffen
'in elkaar zitten'.
A
plastic model
B
model
C
catwalk-model
D
deeltjesmodel
Slide 13 - Quiz
Diagram 1
Diagram 2
Diagram 3
Diagram 4
Kookpunt
Stolpunt
Kooktraject
Stoltraject
Slide 14 - Drag question
Aceton heeft een smeltpunt van -95 °C
en een kookpunt van 56 °C.
Welke fase heeft Aceton bij 100 °C?
en een kookpunt van 56 °C.
Welke fase heeft Aceton bij 100 °C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 15 - Quiz
Koppel het plaatje aan het soort oplossing.
Suspensie
Emulsie
Oplossing
Slide 16 - Drag question
In welk oplosmiddel kun je vet oplossen?
A
Water
B
Aceton
C
Wasbenzine
D
Spiritus
Slide 17 - Quiz
Sleep het begrip naar de juiste zin:
1. Een vaste stof in een vloeistof die niet mengen
2. Een vaste stof in een vloeistof die wel mengen
3. Een vloeistof in een vloeistof die niet mengen
4. Een vloeistof die makkelijk oplost in water
5. Een vloeistof die moeilijk oplost in water
6. Een hulp stof die er wel voor zorgde dat een emulsie mengt.
Emulsie
Oplossing
Emulgator
Suspensie
Hydrofoob
Hydrofiel
Slide 18 - Drag question
Een oplossing is:
A
altijd helder en altijd gekleurd
B
altijd troebel en soms gekleurd
C
altijd troebel en altijd gekleurd
D
altijd helder en soms gekleurd
