Zinsdelen & Onderwerp

02-11-2021
Zinsontleding 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

02-11-2021
Zinsontleding 

Slide 1 - Slide

Wat hebben we in de vorige les over zinsontleding besproken? 

Slide 2 - Slide

Wat hebben we in de vorige les besproken? 
- persoonsvorm
- werkwoordelijke rest

- gemengde rest

- niet-werkwoordelijke rest

Slide 3 - Slide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

De docent wil de leerlingen veel vragen gaan stellen.
A
De docent wil stellen
B
wil gaan
C
wil stellen
D
wil gaan stellen

Slide 4 - Quiz

De apen zaten al vroeg bananen te eten.
wat is het zinsdeel 'te eten'?
A
niet-werkwoordelijke rest
B
werkwoordelijke rest
C
gemengde rest

Slide 5 - Quiz

Gisterochtend wilde ik een rondje gaan fietsen.

Wat is: gaan fietsen?


A
Niet-werkwoordelijke rest
B
Werkwoordelijke rest
C
Gemengde rest

Slide 6 - Quiz

Hij lette weer eens niet op.

Wat is: op?
A
Niet-werkwoordelijke rest
B
gemengde rest
C
werkwoordelijke rest

Slide 7 - Quiz

Opdracht
Lees de volgende zin:

In de kerstvakantie ga ik samen met mijn ouders twee weken naar Oostenrijk. 

Maak zo veel mogelijk nieuwe combinaties. Zorg dat de betekenis van de zin niet verandert!

Slide 8 - Slide

Planning
- Zinsdeelproef
- Onderwerp

Slide 9 - Slide

Zinsdelen
Wat is een zinsdeel?
Hoe vind je een zinsdeel?

Slide 10 - Slide

Schrijf nu zelf eens een zin op.
Zorg dat er minimaal een tijd en plaats in de zin staan!

Slide 11 - Slide

Onderwerp
Wat is het onderwerp?
Hoe vind je het onderwerp?

Slide 12 - Slide

Onderwerp
Wat is het onderwerp?
Hoe vind je het onderwerp?
--> Wie of wat + gezegde? het antwoord op deze vraag is het onderwerp van de zin. 

Slide 13 - Slide

Onderwerp
Wat is het onderwerp in de geschreven zin?

Van mijn vader heeft mijn moeder een mooi boeket bloemen gekregen. 

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 5 & 6
Als je klaar bent, dan werk je verder aan TIO. 

Slide 15 - Slide

Wat hebben we deze les besproken?

Slide 16 - Slide

Hoeveel zinsdelen heeft de volgende zin:

Maaike en Freek gaan elk weekend bij de hockeyvereniging naar een wedstrijd kijken.
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 17 - Quiz