onregelmatige werkwoorden ij- ee

Test jezelf!
Ken jij de o.v.t. en de v.t.t van deze werkwoorden???
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Test jezelf!
Ken jij de o.v.t. en de v.t.t van deze werkwoorden???

Slide 1 - Slide

Wat is o.v.t. en v.t.t.?
Voorbeeld:
t.t.: De kinderen glijden over het ijs.
o.v.t.: De kinderen gleden gisteren over het ijs.
v.t.t: De kinderen hebben gisteren over het ijs gegleden.

Slide 2 - Slide

o.t.t.: Het kind wijst naar zijn vader.
o.v.t.: Het kind wees naar zijn vader.
v.t.t.: Het kind heeft naar zijn vader gewezen.

Slide 3 - Slide

Test...
18 vragen.
Gebruik jouw telefoon.
Typ jouw antwoorden.

Slide 4 - Slide

De chauffeur .......?....... te snel. (rijden)
Wat is de o.v.t.?

Slide 5 - Open question

De chauffeur ..... te hard ..... (rijden)
Wat is de v.t.t.?

Slide 6 - Open question

De klanten..... in de avocado's. (knijpen)
Wat is de o.v.t.?

Slide 7 - Open question

De klanten .... in de avocado's ..... (knijpen)
Wat is de v.t.t.?

Slide 8 - Open question

De prijs van gas ..... (stijgen)
Wat is de o.v.t.?

Slide 9 - Open question

De prijs van gas ... .... (stijgen)
Wat is de v.t.t.?

Slide 10 - Open question

Ali .... in zijn vinger. (snijden)
Wat is de o.v.t.?

Slide 11 - Open question

Ali ... in zijn vinger ... (snijden)
Wat is de v.t.t.?

Slide 12 - Open question

Ik .... bezoek van mijn tante. (krijgen)
Wat is de o.v.t.?

Slide 13 - Open question

Ik .... bezoek van mijn tante..... (krijgen)
Wat is de v.t.t.?

Slide 14 - Open question

De zon ... (schijnen)
Wat is de o.v.t.?

Slide 15 - Open question

De zon ... ... (schijnen).
Wat is de v.t.t.?

Slide 16 - Open question

De verdachte ..... in de rechtbank. (zwijgen)
Wat is de o.v.t.?

Slide 17 - Open question

De verdachte .... in de rechtbank ....

Slide 18 - Open question

Maak nu zelf een zin. Gebruik de o.v.t.
Maak een zin met:
schrijven

Slide 19 - Open question

Maak een zin in de o.v.t. met:
bijten

Slide 20 - Open question

Maak een zin in de v.t.t. met:

strijken

Slide 21 - Open question

Maak een zin in de v.t.t. met:

kijken

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide