This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
welkom bij Nederlands
Slide 2 - Slide
Lezen H2
doelen:
Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Ik kan concluderende, redengevende en oorzakelijke verbanden in een tekst herkennen.
Slide 3 - Slide
Wat gaan we doen?
herhalen tekstverbanden jaar 1
startopdracht
uitleg tekstverbanden en signaalwoorden
zelfstandig werken
Slide 4 - Slide
Wat is het signaalwoord? Ik wilde graag gaan sporten, maar ik moest huiswerk maken.
A
ik
B
maar
C
moest
D
maken
Slide 5 - Quiz
Welk verband geeft 'maar' aan?
A
opsomming
B
toelichting
C
tegenstelling
D
chronologie
Slide 6 - Quiz
Welk verband herken je in de volgende zin? Wij hebben diverse sporten gedaan. Ten eerste hebben we gevoetbald, daarnaast gevolleybald en ten slotte gebasketbald.
A
opsomming
B
voorbeeld/toelichtend
C
tegenstelling
Slide 7 - Quiz
Welk verband herken je in de volgende zin? Wij hadden betere dingen te doen, zoals een potje FIFA spelen.
A
opsomming
B
toelichting
C
tegenstelling
D
chronologie
Slide 8 - Quiz
Welk tekstverband?
Lidewij is gek op chips en koekjes. Daarnaast smult ze graag van gebakjes en ijs.
A
tegenstellend
B
opsommend
C
chronologisch
D
toelichtend
Slide 9 - Quiz
startopdracht
De weg is spiegelglad. Daarom lopen de kinderen voorzichtig naar school.
De weg is spiegelglad. Daardoor gaan veel fietsers onderuit.
Slide 10 - Slide
startopdracht
De weg is spiegelglad. Daarom lopen de kinderen voorzichtig naar school. -> reden
De weg is spiegelglad. Daardoor gaan veel fietsers onderuit. -> oorzaak
Slide 11 - Slide
tekstverband
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen.
samenhang in een tekst -> tekstverband
Slide 12 - Slide
chronologisch verband
Gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde beschreven: