What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling Spelling H1, 2 en 3
H1, 2 en 3
Spelling herhalen
Welkom!
1HV
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
17 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H1, 2 en 3
Spelling herhalen
Welkom!
1HV
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het einde van deze herhaling ben je zo goed mogelijk voorbereid op de spellingtoets en heb je al je vragen gesteld.
Planning
TT van werkwoorden
Leestekens
Aanhalingstekens
VT van werkwoorden (zwak en sterk)
'T KoFSCHiP X
Meervoudsvormen
Huiswerk / Leestijd
Afsluiting
Slide 2 - Slide
1.8 Spelling
p.58-63
Tegenwoordige tijd van werkwoorden
PV-TT-EV
Persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud heeft 2 vormen:
1. de ik-vorm
2. ik-vorm+-t
Slide 3 - Slide
1.8 Spelling
p.58-63
Tegenwoordige tijd van werkwoorden
1. De stam maak je door van het hele werkwoord (infinitief) '-en' af te halen. (ik-vorm)
Soms moet je de stam aanpassen.
Hele werkwoord (infinitief)
Stam
Ik-vorm
Werken
Werk
Ik werk.
Fietsen
Fiets
Ik fiets.
Typen
Typ
Ik typ.
Lopen
Lop
Ik loop.
Verhuizen
Verhuiz
Ik verhuis.
Spellen
Spell
Ik spel.
Slide 4 - Slide
1.8 Spelling
p.58-63
Tegenwoordige tijd van werkwoorden
Ik-vorm gebruik je bij:
ik
: Ik loop. Ik vind een euro op straat
je of jij achter de pv
: Verhuis jij? Kom je?
gebiedende wijs
: Ren! Pas op!
Ik-vorm+-t gebruik je bij:
je
of
jij
voor de persoonsvorm:
Je werkt. Jij blijft.
hij/zij/het
+ andere woorden in enkelvoud:
Hij werkt. Ze blijft. De docent vertelt.
Je krijgt geen -t als
je
vervangen kan worden door
jij
. (Kom
je
?)
Je krijgt wel -t als
je
vervangen kan worden door
jouw
. (Kom
t je
buurmeisje spelen?)
Slide 5 - Slide
1.8 Spelling
p.58-63
Tegenwoordige tijd van werkwoorden
PV-TT-MV
Persoonsvorm tegenwoordige tijd meervoud is hetzelfde als het hele werkwoord.
Hele werkwoord (infinitief)
wij/jullie/zij
Lopen
Wij lopen.
Verhuizen
Jullie verhuizen.
Rennen
De spelers rennen.
Slide 6 - Slide
Werken
Ik werk hard voor school.
Hij werkt hard voor school.
Wij werken hard voor school.
Is het pv ev of mv?
mv - hele ww
ev - stam(+t)
1.8 Spelling
p.58-63
Slide 7 - Slide
1.9 Spelling
p.58-63
Leestekens
Leesteken
Waar?
Voorbeeld
punt
.
aan het eind van een gewone zin
We beginnen vandaag met de wiskunde
.
vraagteken
?
aan het eind van een vraagzin
Heeft iedereen genoeg gegeten
?
uitroepteken
!
na een uitroep of een bevel
Wat een ongelooflijke troep
!
Stop daarmee
!
komma
,
1. bij een opsomming
2. in een samengestelde zin tussen 2 persoonsvormen
3. tussen 2 bijvoeglijke naamwoorden
1. Ik houd van kip
,
patat
,
salade
en
appelmoes
.
2. Als je veel oefent
,
word je een betere speller
.
3. Een mooie
,
grote
,
rode ballon.
Slide 8 - Slide
1.8 Spelling
p.58-63
Aanhalingstekens
Plaats je voor en na een zin of woord. (na het leesteken)
- '...'
- ''...''
Aanhalingstekens...
Voorbeeld
Als je iemand
citeert
(letterlijk opschrijven wat iemand heeft gezegd)
De leraar zei
: ''
Pak allemaal je mobiel en stuur me een appje
.''
Als je een stukje van iemand anders letterlijk overneemt.
In het verslag schreef de brugklasser
'I
k vond het brugklaskamp geweldig.
'
Als je een woord speciale aandacht wilt geven.
Hoe spel je
'
coach
'
eigenlijk?
Slide 9 - Slide
2.9 Spelling
p.123-128
Persoonsvorm verleden tijd sterk
Sterke werkwoorden veranderen in vt van klank.
Daarom ook wel
klankveranderende werkwoorden
.
De
persoonsvorm verleden tijd sterk (PV-VT-sterk)
Je schrijft wat je hoort, zo kort mogelijk:
(zie - zag, geniet - genoot, slaap - sliep)
-d of -t? -> Langer maken.
floot of flood? -> floten -> floo
t
Sterk werkwoord
VT-EV
VT-MV
zingen
zong
zongen
meedragen
droeg mee
droegen mee
lijden
leed
leden
afspreken
sprak af
spraken af
Slide 10 - Slide
2.9 Spelling
p.123-128
Slide 11 - Slide
3.9 Spelling
p.187-192
Persoonsvorm verleden tijd zwak (PV-VT-zwak)
Zwakke / regelmatige / klankvaste werkwoorden
Veranderen niet van klank in de VT
Je gebruikt -te(n) als stam eindigt op medeklinkers
-de(n) bij alle andere zwakke werkwoorden in VT
'
T
K
o
FSCH
i
P X
/ '
T
S
e
X
y-
F
o
KSCH
aa
P
Fietsen
Lachen
Relaxen
Praten
Betekenen
Leven
Bonzen
Raden
Fiets -> Wij fietsten
Lach -> Hij lachte
Relax -> Jullie relaxten
Praten -> Zij praatte
Beteken -> Je betekende
Lev -> We leefden
Bonz -> Ze bonsden
Rad -> Ik raadde
Slide 12 - Slide
3.9 Spelling
p.187-192
Slide 13 - Slide
2.8 Spelling
p.123-128
Meervoud zelfstandig naamwoorden
3 belangrijkste manieren om het te maken zijn:
Meervoud op -en
paard - paarden
rat - ratten (letter toevoegen)
daad - daden (letter weglaten)
muis - muizen (letter veranderen)
Meervoud op -s
sporter - sporters
bureau - bureaus (eindigt op een klinker en met -s erachter veranderd de uitspraak niet)
Meervoud op -'s
Als het eindigt op een lange klinker met één letter (-a, -o, -u, -i of -y)
opa - opa's
paraplu - paraplu's
Schrijf je de lange klinker met meer letters of met een accent, dan -s.
shampoo - shampoos
café - cafés
Slide 14 - Slide
2.8 Spelling
p.123-128
Meervoud zelfstandig naamwoorden
3 belangrijkste manieren om het te maken zijn:
Meervoud op -en
paard - paarden
rat - ratten (letter toevoegen)
daad - daden (letter weglaten)
muis - muizen (letter veranderen)
Meervoud op -s
sporter - sporters
bureau - bureaus (eindigt op een klinker en met -s erachter veranderd de uitspraak niet)
Meervoud op -'s
Als het eindigt op een lange klinker met één letter (-a, -o, -u, -i of -y)
opa - opa's
paraplu - paraplu's
Schrijf je de lange klinker met meer letters of met een accent, dan -s.
shampoo - shampoos
café - cafés
Sommige zelfstandige naamwoorden hebben 2 vormen in MV
- gedachte
- gedachte
n
- gedachte
s
Slide 15 - Slide
3.9 Spelling
p.187-192
Meervoud zelfstandige naamwoorden
Naast -en, -s of -'s zijn er meer manieren voor MV
Eindigen op -ie
Als de klemtoon op de laatste lettergreep met -ie ligt, schrijf je -ën achter het EV.
(melo
die
ën, kn
ie
ën)
Als de klemtoon niet op de lettergreep met -ie ligt, schrijf je -"n achter het EV.
(pro
vin
ci
ë
n, bac
ter
i
ë
n)
Twee puntjes op een letter heet ook wel
trema
Vaak mag het MV ook met -s:
provincies
Slide 16 - Slide
3.9 Spelling
p.187-192
Meervoud zelfstandige naamwoorden
Naast -en, -s of -'s zijn er meer manieren voor MV
Eindigen op -ee
Deze krijgen in MV -ën
zee - zeeën, idee - ideeën
Eindigen op -um
Deze krijgen in MV -a ipv -um
museum - musea, datum - data
Meestal mag -s ook
museums, datums
Eindigen op -us
Deze krijgen in MV -i ipv -us
politicus - politici, technicus - technici
Geen MV (bijzonder)
melk, geluk
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Herhaling Spelling H1, 2 en 3
August 2024
- Lesson with
19 slides
H3.9 Spelling
September 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
H1.9 Spelling
August 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
H1.8 Spelling
September 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
3.9 spelling talent
October 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H3.8 Spelling
September 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
3.9 spelling bkhv
February 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 3.9 spelling (les 2)
March 2023
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1