3.9 spelling talent

3.9 spelling
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.9 spelling

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • spelling persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden
  • spelling meervoud zelfstandige naamwoorden ( deel 2)

Slide 2 - Slide

Wat zijn sterke en zwakke werkwoorden?

Slide 3 - Mind map

§2.9 in het kort
Verleden tijd verandert de klant van sterke werkwoorden

Slapen > sliep

Slide 4 - Slide

§2.9 in het kort
Zelfstandig naamwoord in meervoud:
  • -en (ruiten, paarden)
  • -s (drempels, garages)

Slide 5 - Slide

Let op!
Je krijgt 's achter het enkelvoud bij lange klinkers (-a, -o, -u, -i of -y), die met één letter geschreven zijn: 
  • oma - oma's; auto - auto's, paraplu - paraplu's; taxi - taxi's; baby - baby's 

Je krijgt -s achter het enkelvoud als het zelfstandig naamwoord eindigt op een lange klinker die je met meer letters of een accent schrijft: 
  • shampoo - shampoos; café - cafés; cowboy - cowboys

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm in de verleden tijd
* Klankveranderende werkwoorden --> Schrijf wat je hoort

* Klankvaste werkwoorden --> ik-vorm + te(n) 
                                                          --> ik-vorm + de(n)

Ezelsbruggetje: 't sexy fokschaap

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.

Slide 9 - Open question

Faxen (vt)
De meeste bedrijven [...] niet meer met hun klanten.

Slide 10 - Open question

Wij verhui....... (vt) vroeger met regelmaat.

Slide 11 - Open question

meervoud + klemtoon
  • Znw met klemtoon op ie krijgen -ën: melodie - melodieën
  • Znw zonder klemtoon op ie krijgen geen extra 'e': bacterie - bacteriën
  • Znw die eindigen op -ee krijgen een -ën in het meervoud: fee - feeën
  • Woorden die uit het Latijn komen en eindigen op -(e)um krijgen in het mv -(e)a of -s: museum - museums/ musea
  • Woorden als technicus krijgen ici in het mv- technici

Slide 12 - Slide

Als een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het
meervoud met
A
-een
B
-ën
C
-en
D
eën

Slide 13 - Quiz

Wanneer schrijf je het meervoud van een zelfstandig naamwoord met -ieën?
A
als de klemtoon niet op de laatste lettergreep valt.
B
als de klemtoon wel op de laatste lettergreep valt.
C
als een woord in het enkelvoud op -ee eindigt.

Slide 14 - Quiz

Welk meervoud van een zelfstandig naamwoord op een -ie is verkeerd geschreven?
A
Democratieën
B
Categorieën
C
Kolonieën
D
Knieën

Slide 15 - Quiz

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
knie
A
Kniën
B
Knies
C
Knieën

Slide 16 - Quiz

Datum heeft een dubbel meervoud.
A
niet waar
B
waar

Slide 17 - Quiz

aan de slag
§3.9) 1, 4, 7, 10

Klaar:
1. kijk na!
2. Maak de weektaak van Nederlands af + nakijken.
3. daarmee klaar? Ga verder lezen in leesboek.

Slide 18 - Slide