M3 les 5

videoles1 week 24 M3
Doelen van de les;
1. je oefent je leesvaardigheid
2. Je activeert je woordkennis rondom het thema vakantie
3. je traint de werkwoorden

1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

videoles1 week 24 M3
Doelen van de les;
1. je oefent je leesvaardigheid
2. Je activeert je woordkennis rondom het thema vakantie
3. je traint de werkwoorden

Slide 1 - Slide

Leesvaardigheid

les 5 tekstboek blz 106 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Waar brengt Juliette haar vakantie door?

Slide 4 - Open question

Ze logeren bij..

Slide 5 - Open question

J'ai besoin d'argent =
A
ik heb geld verdiend
B
ik heb geld nodig
C
ik krijg geld
D
ik geef geld uit

Slide 6 - Quiz

Welke 3 activiteiten noemt Paul?

Slide 7 - Open question

Julie zegt; ne travaille pas trop!
Dat betekent;
A
Werkse!
B
sterkte met werk!
C
Ga niet werken!
D
Werk niet teveel!

Slide 8 - Quiz

Expressions

Slide 9 - Slide

ik ga verder studeren= Je vais ..... mes études
A
finir
B
continuer
C
terminer
D
commencer

Slide 10 - Quiz

Ik ga werk zoeken= Je vais .... du travail
A
chercher
B
trouver
C
voir
D
regarder

Slide 11 - Quiz

Vocabulaire


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De zomer=
A
l'été
B
le printemps
C
l'hiver
D
l'automne

Slide 14 - Quiz

(De zon)..... brille
A
la lune
B
le soleil
C
la chaleur
D
le ciel

Slide 15 - Quiz

Hoe zeg je ;
"het is warm!"

Slide 16 - Open question

Nous allons à la ..... (strand)
A
la place
B
le sable
C
la plage
D
la mer

Slide 17 - Quiz

Au soleil, il faut mettre;
A
un chapeau
B
une casquette
C
une écharpe
D
un casque

Slide 18 - Quiz

Pendant les vacances, j'adore......
A
courir
B
dormir
C
nager
D
me balader

Slide 19 - Quiz

Quand il fait plus de 40 degrés, il y a une...
A
tempête
B
canicule
C
curiosité
D
?

Slide 20 - Quiz

Les verbes
nog even oefenen met de werkwoorden

Slide 21 - Slide

........ passons nos vacances en Grèce
A
ils
B
vous
C
nous
D
elles

Slide 22 - Quiz

(Ik zal doorbrengen) mes vacances sur la plage
A
je passerai
B
je passais
C
j'ai passé
D
je passerais

Slide 23 - Quiz

(Hij heeft gezocht) un petit job

A
il cherchait
B
il va chercher
C
il cherchera
D
il a cherché

Slide 24 - Quiz

J' (heb zin om) nager
A
je suis content de
B
j'ai envie de
C
je besoin de
D
j'ai peur de

Slide 25 - Quiz

(préférer)elle ...... zij geeft de voorkeur aan;
A
elle prefere
B
elle préfère
C
elle a préféré
D
elle préfèrera

Slide 26 - Quiz

Il va travailler=
A
hij heeft gewerkt
B
hij werkte
C
hij gaat werken
D
hij zou werken

Slide 27 - Quiz

Les devoirs;
lezen les 5 , leren gele blz chap 6/werkwoorden/idioom
maken oef 51 t/m 56

Slide 28 - Slide