NUR Basisvaardigheden 24 Tijd

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

les-informatie

lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   ffRekenen mbo 2, Grootheden en eenheden

auteur   MB

datum   maart 2023

de tijd

"Doe niet alles op het laatste nippertje, maar plan je werkzaamheden!"

maten van tijd

1 eeuw - ..... jaar

1 jaar   - ..... kwartalen   (kwart = .../... = delen door ... ; 25%)

1 jaar   - ..... maanden

1 jaar   - ..... weken

1 jaar   - ..... dagen

maten van tijd

1 eeuw - 100 jaar

1 jaar   - 4 kwartalen   (kwart = 1/4 = delen door 4 ; 25%)

1 jaar   - 12 maanden

1 jaar   - 52 weken

1 jaar   - 365 dagen

het schema       het jaar in maanden

NB: Je mag NOOIT rekenen met 1 maand is 4 weken! (4x7=28)

nummer v.d. maand	naam v.d. maand	aantal dagen		nummer v.d. maand	naam v.d. maand	aantal dagen
01	januari	31 dagen		07	juli	31 dagen
02	februari	28 of 29 >>		08	augustus	31 dagen
03	maart	31 dagen		09	september	30 dagen
04	april	30 dagen		10	oktober	31 dagen
05	mei	31 dagen		11	november	30 dagen
06	juni	30 dagen		12	december	31 dagen

het schrikkel-jaar         1/4 van de 4-jaren-cyclus    25%

de internationale afspraak

3 gewone jaren    - februari heeft 28 dagen, 

                             het jaar heeft 365 dagen

1 schrikkeljaar*     - februari heeft een schrikkeldag, nl. 29 febr.

   +                         het jaar heeft 366 dagen

4 jaren

* de laatste twee cijfers v.h. jaarnummer zijn deelbaar door 4

bijv.  2020 (20:4=5) dus 2020 was een schrikkeljaar

maten van tijd

1 week    - ..... dagen

1 etmaal - ..... uur

1 uur      - ..... minuten

1 minuut - ..... seconden

1 uur      - ..... minuten x ..... seconden = ..... seconden

-------------------------------------------------------------------

1 seconde - ..... tiende seconde

1 seconde - ..... honderdste seconde

maten van tijd

1 week    - 7 dagen

1 etmaal - 24 uur

1 uur      - 60 minuten

1 minuut - 60 seconden

1 uur      - 60 minuten x 60 seconden = 3600 seconden

-------------------------------------------------------------------

1 seconde -   10 tiende seconde           10/10

1 seconde - 100 honderdste seconde   100/100

maten van tijd

1 uur        = ..... kwartier        kwart = 1/4 = 0,25 = 25 %

1 kwartier = ..... minuten

tijd in het dagelijks leven

24/7 vierentwintig-zeven

fulltime werken

de werkweek - ..... dagen

de kantoor-uren

tijd in het dagelijks leven

24/7 vierentwintig-zeven      24 uur alle 7 dagen v.d. week

fulltime werken                    38-40 uur per week

de werkweek                       5 dagen (ma-vr)

de kantooruren                    09.00-17.00 uur

rekenen met tijd en decimalen                 maak aantekeningen

1 uur = 1,0 uur

2,1 uur = 2 uur + 0,1 uur = 2 uur + 1/10 uur

1/10 betekent   delen door 10 x 1                        (1/10 = 10%)

1/10 uur is   1 uur : 10 x 1

1 uur is 60 minuten

1/10 uur = 60 minuten gedeeld door 10 x 1 = 6 minuten

2,1 uur = 2 uur + 6 minuten                                                

1,3 uur = 1 uur + 3/10 uur

3/10 uur = 60 minuten gedeeld door 10 x 3 = ..... minuten

rekenen met tijd en decimalen                 maak aantekeningen

1 uur = 1,0 uur

2,1 uur = 2 uur + 0,1 uur = 2 uur + 1/10 uur

1/10 betekent delen door 10 x 1                          (1/10 = 10%)

1/10 uur is   1 uur : 10 x 1

1 uur is 60 minuten

1/10 uur = 60 minuten gedeeld door 10 x 1 = 6 minuten

2,1 uur = 2 uur + 6 minuten                                                

1,3 uur = 1 uur + 3/10 uur

3/10 uur = 60 minuten gedeeld door 10 x 3 = 18 minuten

1,3 uur = 1  uur + 18 minuten

Hoeveel is 5,8 uur?

1. 58 minuten
2. 5 uur en 8 minuten
3. 5 uur en 80 minuten
4. 5 uur en 48 minuten

Splits in uren en minuten.
7, 4 uur

1. 74 uur en 0 minuten
2. 7 uur en 4 minuten
3. 7 uur en 24 minuten
4. 7 uur en 40 minuten

Reken uit:
2,50 uur

1. 2 uur en 50 minuten
2. 2 uur en 30 minuten
3. 2 uur en 5 minuten
4. 2 uur en 300 minuten

NU rekenen Basisvaardigheden 24   Tijd

Maak opgave 1 - 5.

NU rekenen Basisvaardigheden 24   Tijd

1   Reken om.

4 uur = 4x60 min= 240 min	270 min = 270 : 60 min = 4,5 uur
2,5 uur - 2,5 x 60 min = 150 min	180 sec = 180 sec : 60 sec = 3 min
5 min = 5 x 60 sec = 300 sec	3 kwartier = 3 x 15 min= 45 minuten

NU rekenen Basisvaardigheden 24   Tijd

2

6 weken = 6 x 7 dagen = 42 dagen	3 weken = 3 x 7 dagen = 21 dagen
3 dagen = 3 x 24 uur = 72 uur	96 uur = 96 : 24 uur = 4 dagen
49 dagen = 49:7 dagen = 7 weken	156 weken = 156 : 52 weken = 3 jr
2,5 uur : 0,25 uur = 10 kwartier	240 sec = 240 : 60 sec = 4 minuten

NU rekenen Basisvaardigheden 24   Tijd

3   Reken om.

a. 27 dagen     = 3 weken en 6 dagen     (3x7=21)+6=27

b. 42 dagen     = 6 weken en 0 dagen     (6x7=42)

c. 28 maanden = 2 jaar en 4 maanden    (2x12=24)+4=28

d. 41 maanden = 3 jaar en 5 maanden    (3x12=36)+5=41

NU rekenen Basisvaardigheden 24   Tijd

4 Reken uit.

a   Tussen 07:48 en 08:13 uur zitten 25 minuten, want

van 07:48 naar 08:00 is 12 minuten

van 08:13 naar 08:13 uur is 13 minuten

12 + 13 = 25 minuten

b   Tussen 23:37 en 00:14 uur zitten 37 minuten, want

van 23:37 naar 00:00 uur is 23 minuten

van 00:00 naar 00:14 uur is 14 minuten

23 + 14 minuten = 37 minuten

NU rekenen Basisvaardigheden 24   Tijd

5

werktijd	pauze	werktijd	gewerkte uren en minuten
09:00-12:30		13:00-17:30	3,5 uur + 4,5 uur = 8 uur
07:45-11:00		11:30-13:00	3 uur+15 min+1 uur+30 min = 4uur 45m
15:30-19:45		20:30-23:00	4 uur+15 min+2 uur+30 min=6 uur 1 5 m 6 uur 15 m