Historische vaardigheden GH

WELKOM BIJ GESCHIEDENIS
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM BIJ GESCHIEDENIS

Slide 1 - Slide

Planning
06/09: Par. 1.1 Wat is geschiedenis? + Par. 1.2 Wat heb je aan geschiedenis?
13/09: Par. 1.3 Werken met bronnen
20/09: Par. 1.5 Feiten, meningen en vooroordelen: wat zijn de verschillen + Par. 2.1 Mensen en hun culturen
27/09: Par. 1.4 Standplaatsgebondenheid: wat is dat? + Par. 2.2 Verzamelen en jagen: zo beginnen alle groepen.
04/10: Par. 2.3 Overgang naar landbouw + Par. 1.6 Oorzaken en gevolgen: waarom altijd ingewikkeld?
25/10: Herhalingsles Historische Vaardigheden
28/10: SO bespreken + herhaling H2
1/11: Herhalingsles H2   



3 november toetsweek: H2 + vaardigheden van H1

Slide 2 - Slide

Programma
1. Herhalingsles historische vaardigheden
2. Afsluiten
3. Leren voor geschiedenis SO!




Slide 3 - Slide

Leerdoel:
Aan het einde van de les kan je in je eigen woorden uitleggen: 

Welke historische vaardigheden zijn er?

Vandaag: schrift inleveren!

Slide 4 - Slide

Wat zijn bronnen?

Objecten/voorwerpen dat rechtstreeks informatie geeft over het verleden (historische bron) en zelf dus ook uit het verleden komt. 

- GESCHREVEN en ONGESCHREVEN
- PRIMAIRE en SECUNDAIRE 

  • Alles waardoor je iets over het verleden te weten kunt komen, bijvoorbeeld een krant, een website, een schilderij of verhalen van je opa en oma.
  • Bronnen mag je nooit "zo maar geloven".

Slide 5 - Slide

Wat je aan een bron hebt, wordt bepaald door:



  • De betrouwbaarheid: klopt de bron met de werkelijkheid?
  • De representativiteit: voor hoeveel mensen geldt de inhoud van de bron?

Slide 6 - Slide

PRIMAIRE BRONNEN

  • Ooggetuige
  • Zijn gecreëerd in het verleden door historische personen. 
  • Bedoeld of onbedoeld. 

SECUNDAIRE BRONNEN

  • Via een tussenpersoon
  • Beschrijven het verleden.
  • Geven informatie over het verleden en worden gemaakt door onderzoekers of historici,  vaak door primaire bronnen te bestuderen. 

Slide 7 - Slide

Vaardigheden: feit en mening
Betrouwbaarheid van bronnen & Feit en mening

Slide 8 - Slide

Standplaatsgebondenheid
  • De tijd waarin je leeft en de plaats waar je woont hebben invloed op hoe je over dingen denkt.
  • De cultuur (het denken en doen van een bepaalde bevolkingsgroep) beïnvloed de wijze waarop mensen denken. 
  • Als jij een bron leest of bekijkt moet je daar altijd rekening mee houden. De tijd en de plaats waarin de maker leefde hebben die bron beïnvloed.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Oorzaak en gevolg (1)
Oorzaak: de reden waarom iets gebeurd. 
- Directe oorzaak:  heeft een gebeurtenis rechtstreeks beïnvloed. Ook wel "aanleiding" genoemd. 
- Indirecte oorzaak: geen rechtstreeks verband met die gebeurtenis, maar heeft er wel invloed op gehad (omstandigheid). 

Slide 11 - Slide

Oorzaak en gevolg (2)
Gevolg: iets dat door en na een gebeurtenis plaatsvindt.
  • Bedoelde en onbedoelde gevolg
  • Korte of lange termijn gevolg
  • Van meer of minder belang

Slide 12 - Slide

Afsluiten
Aan het einde van de les kan je in je eigen woorden uitleggen:

1. Welke historische vaardigheden zijn er?

Slide 13 - Slide

Leren voor de SO

Slide 14 - Slide