4. Het verteringsstelsel

1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt omschrijven wat vertering is.
2. Je kunt de organen van de verteringsstelsel benoemen.
3. Je kunt beschrijven hoe de darmperistaltiek tot stand komt.
4. Je kunt de functies benoemen van de darmperistaltiek.

Slide 2 - Slide


Ken je de organen voor de vertering nog? 

Slide 3 - Slide


Verteringsorganen


Niet alle voedingsstoffen kunnen direct opgenomen worden in het bloed zoals:
  • glucose
  • mineralen
  • water
  • vitaminen


Slide 4 - Slide


Verteringsorganen


Eiwitten, koolhydraten en vetten kunnen niet direct opgenomen worden in het bloed

Deze stoffen zullen eerst verteerd moeten worden. 


Slide 5 - Slide


Verteringssappen 


Vertering gebeurt met behulp van 



Verteringssappen worden gemaakt in de verteringsklieren:

  • speekselklieren
  • maagsapklieren
  • lever
  • alvleesklier
  • darmsapklier

Enzymen
Verteringssappen bevatten enzymen. Deze enzymen zorgen dat de vertering snel verloopt.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video


Darmperistaltiek


Lengtespieren - - - - -
Kringspieren    - - - - -

peristaltische beweging: afwisselend samentrekken van de spieren
- voedselbrij wordt voorgeduwd
- voedselbrij wordt gekneed en gemengd met verteringssappen


Slide 8 - Slide


Darmperistaltiek





Vlak voor de voedselbrok ontspannen de kringspieren en trekken de lengtespieren samen. Het darmkanaal wordt hier wijder 
Vlak achter de voedselbrok trekken de kringspieren samen en ontspannen de lengtespieren. Het darmkanaal wordt hier nauwer
Voedingsvezels prikkelen de spieren in de wand van het darmkanaal. De peristaltiek wordt zo bevorderd. 

Slide 9 - Slide

Wat ga je doen?
Maak opdrachten: 28,30, 32 (onderdeel 5 hoeft niet), en 33


Slide 10 - Slide

Lesuur 6: C4G ( 12:40-13:25) lokaal 26.
Mededelingen:
- Telefoons uit zicht. Toch in beeld, dan neem ik het in.
- Is er iemand aan het praten, dan zijn we stil.
- Tijdens de uitleg zijn we stil.
- Ben je afgeleid, dan krijg je een aparte zitplaats.
- Ga je over mijn grens heen, door niet te werken / ik moet blijven waarschuwen, dan volgt er uitstuur.

Welke eetstoornissen ken jij?

1.Aan de slag met de volgende opdrachten: 28,30, 32 (onderdeel 5 hoeft niet), en 33

2. Dan gaan we nakijken als jullie klaar zijn.

3. Er volgt een samenvatting.

Slide 11 - Slide