present simple & present continuous
Present simple - tegenwoordige tijd- Deze tijd gebruik je als iets vaak, altijd of nooit gebeurt.
- Hele werkwoord (take) of hele werkwoord +s (takes) (SHIT REGEL)
Vaak: I usually eat fries on Thursdays.
Altijd: The lesson starts at nine o'clock.
Nooit: Anke never eats fish.