4.1.4 Schatten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom

Dit leg ik op tafel:

Laptop --> dicht

Etui       --> pen/potlood en rekenmachine. 

Map      --> open

Gelukt = stil zijn en wachten :) 

Vorige les

Planning

Uitleg en oefenen 10 min

Werken 30 min --> opgesplitst in delen

Les afronden 5 min

Leerdoel trede 4 

week 1 en 2

Je rekent met decimale getallen, je wijst ze aan op de getallenlijn, je rondt ze af op helen, tienden of honderdsten en je gebruikt dit om schattend te rekenen.

Wat gaan wij leren vandaag?

1. Je legt uit wanneer het handig is om te schatten en wanneer het beter is om een precieze berekening uit te voeren.
   
2. Je controleert na je berekening zelf of je schatting goed was.
   
3. Je controleert na je berekening of je antwoord logisch is.

Schatten?

Vaak erg handig om de som te schatten

Waarom?

Hoe schat je. 

Vier manieren om te schatten

Stel: je wil de uitkomst van 473 + 374 ongeveer weten. Hier zie je vier manieren waarop je het

antwoord kunt schatten. = (847)

Begin-schatting

Vier manieren om te schatten

Stel: je wil de uitkomst van 473 + 374 ongeveer weten. Hier zie je vier manieren waarop je het

antwoord kunt schatten. = (847)

Afronden op honderdtallen

Vier manieren om te schatten

Stel: je wil de uitkomst van 473 + 374 ongeveer weten. Hier zie je vier manieren waarop je het

antwoord kunt schatten. = (847)

Afronden op tientallen

Vier manieren om te schatten

Stel: je wil de uitkomst van 473 + 374 ongeveer weten. Hier zie je vier manieren waarop je het

antwoord kunt schatten. = (847)

Gemakkelijke getallen

Schatten!
Wat is 5,1 + 3,3?

1. 8
2. 9
3. 7
4. 6

Schatten!
Wat is 9,6 + 4,8?

1. 13
2. 14
3. 15
4. 16

Schatten!
Wat is 7,58 + 2,39?

1. 8
2. 9
3. 10
4. 11

We gaan aan de slag!

Doelen deze week:

Les 1: 4.1.4 Schatten

Les 2: 4.1.2 4.2.1 Breuken

Les 3: 4.2.2 Breuken vergelijken

Kunnen wij het nu?

1. Je legt uit wanneer het handig is om te schatten en wanneer het beter is om een precieze berekening uit te voeren.
   
2. Je controleert na je berekening zelf of je schatting goed was.
   
3. Je controleert na je berekening of je antwoord logisch is.

Schat hoeveel plafondplaten deze bovenverdieping heeft. (alleen de lokalen)

Kunnen wij het nu?