Vwo 3 - Woche 22 - Stunde 2

Vwo 3 - Woche 22 - Stunde 2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vwo 3 - Woche 22 - Stunde 2

Slide 1 - Slide

Planung

Wiederholung: 
  • vaste voorzetsels met de 3e en 4e naamval
  • der-groep & ein-groep

 Grammatik Kapitel 6
  • Wechselpräpositionen: Keuzevoorzetsels
       
       
Voorkennis
  • Je kent de vaste voorzetsels met de 3e en 4e naamval en kunt ze gebruiken.

  • Je kunt de persoonlijk voornaamwoorden en de der-groep & ein-groep in de 1e, 3e, 4e naamval gebruiken. 

Nieuw leerdoel
  • Je kent de keuzevoorzetsels en kunt ze gebruiken. 

Slide 2 - Slide

voorzetsels 3e naamval
voorzetsels 4e naamval
mit
entlang
durch
bei
seit
um
gegenüber
bis
von
nach
zu
aus
für
ohne
gegen

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

ml
vl
onz
mv
der
die
des
der
des
der
dem
der
den+n
die
das
ml
vl
onz
mv
eine
ein
eines
einer
eines
keiner
einem
keinen
einen
keine
1
2
3
4
1
2
3
4
dem
die
die
ein
einer
das
einem
ein
eine
keine
den

Slide 7 - Drag question

Ich fahre mit .... Zug (m) nach München.
A
der
B
den
C
dem
D
die

Slide 8 - Quiz

Ohne .... (mijn) Lieblingsmusik ( v) kann ich nicht lernen.
A
meinen
B
meiner
C
mein
D
meine

Slide 9 - Quiz

Bei ... (onze) Lehrerin dürfen wir nicht miteinander sprechen.
A
unserer
B
unserem
C
unsere
D
unseren

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Das Buch liegt auf d... Tisch(m).
A
dem
B
den

Slide 17 - Quiz

Antwoord + uitleg:
Vertaald: Het boek ligt op de tafel.
op = keuzevoorzetsel
Je kunt vragen 'waar'? 
Antwoord: ligt op de tafel. Dus 3e naamval.

Dus: Das Buch liegt auf d... Tisch (m).
3de naamval -> der (1)                 dem (3).

Slide 18 - Slide

Vul in.
Das Auto steht vor d...…. Garage (v)

Slide 19 - Open question

Vul in.
Das Heft fällt auf d...…...Boden (m).

Slide 20 - Open question

Antwoord + uitleg:
Vertaald: Het schrift valt op de grond.
op = keuzevoorzetsel
Het werkwoord 'vallen' is een beweging.
Dus Akkustiv (4de naamval) mannelijk.

Dus: Das Heft fällt auf den Boden (m).


Slide 21 - Slide

Antwoord + uitleg:
Vertaald: De auto staat vor d.... garage (v).
vor (voor) = keuzevoorzetsel
Het werkwoord 'staat' is geen beweging. Je kunt vragen 'waar'? Dus 3de naamval vrouwelijk.

Dus: Das Auto steht vor der Garage (v)

Slide 22 - Slide

Vul in.
Das Heft fällt auf d...…...Boden (m).

Slide 23 - Open question

Antwoord + uitleg:
Vertaald: Het schrift valt op de grond.
op = keuzevoorzetsel
Het werkwoord 'vallen' is een beweging.
Dus 4de naamval mannelijk.

Dus: Das Heft fällt auf den Boden (m).


Slide 24 - Slide

und jetzt üben
Machen: Kapitel 6 - Paragraf E: Grammatik Aufgabe 18 - 24
Hilfsmittel: Uitleg bij Grammatik A & Lessonup
Lastig? Maak een deel samen met de docent in een breakout-room!

Fertig:
  • abschließen Kapitel 4 Paragraf E: Grammatik 
  • Slim Stampen: Paragraf E: Grammatik
  • WORTSHATZDOSSIER (H3DUA) O VERBETEREN (TEIL 1, 2, 3, 4, 5)

Slide 25 - Slide

Nächste Stunde
Wochenaufgaben besprechen

Paragraf E: Grammatik B K6

Slide 26 - Slide