Argumenten: zijn redenen waarom iemand iets wel of niet vindt. Ze worden gebruikt om een mening of standpunt te onderbouwen.
-> Feitelijke argumenten: gebaseerd op feiten en goed te controleren. Als iemand zijn mening ondersteunt met een feitelijke uitspraak.
-> Ervaringsargumenten: argument vanuit een gevoel of een persoonlijk overtuiging. Hierover kan men van mening verschillen.
-> Ik ga graag mee naar Parijs, want daar zijn de mooiste gebouwen van de hele wereld = ???
-> De oorlog tussen Israël en de Palestijnen zal niet snel eindigen, ze hebben namelijk al meer dan 60 jaar een conflict = ???
-> Ik wil geen kat in mijn huis, omdat ik er al mijn hele leven allergisch voor ben = ???
-> Ik lees graag boeken, van die schrijver, omdat hij altijd zo'n mooie woorden gebruikt = ???