This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
functies van gedrag
Slide 1 - Slide
Geef een voorbeeld van een inwendige en uitwendige prikkel.
Slide 2 - Open question
'Raar' gedrag
Conflictgedrag: reactie op tegenstrijdige prikkels, zoals vecht- en vluchtgedrag
algemene functie gedrag: vergroten overlevingskans en voortplanting
Slide 3 - Slide
'Raar' gedrag
Bij ambivalent gedrag wissel je tussen twee tegenstrijdige gedragssystemen.
Kind dat schuilt graag bij ouders maar ook boos is als ze weg zijn geweest.
Hond zelfverzekerd (staart) oren naar achter, laag zitten(onzeker)
Slide 4 - Slide
'Raar' gedrag
Bij omgericht gedrag uit agressie zich op iets of iemand die daar niks mee te maken heeft.
Gooien met dingen tijdens een ruzie met iemand.
Slide 5 - Slide
'Raar' gedrag
Bij overspronggedrag uit zich in gedragselementen die niet bij de situatie horen.
Het achter je oor krabben of wrijven over je kin bij het nadenken.
Slide 6 - Slide
De docent klikt tijdens de uitleg met zijn pen. Dit is een voorbeeld van...
A
Ambivalent gedrag
B
Omgericht gedrag
C
Overspronggedrag
D
een irritante docent
Slide 7 - Quiz
Iemand wordt beledigd. Hij kan hier op verschillende manieren op reageren.
Bij welke manier is er sprake van omgericht gedrag?
A
Hij krabt zich op zijn hoofd.
B
Hij loopt weg.
C
Hij slaat erop los.
D
Hij slaat met zijn vuist op tafel.
Slide 8 - Quiz
Dit is een voorbeeld van..
A
Ambivalent gedrag
B
Omgericht gedrag
C
Overspronggedrag
D
Baltsgedrag
Slide 9 - Quiz
leergedrag
klassieke conditionering- prikkel koppelen aan andere prikkel
trail and error- leren door fouten te maken
Slide 10 - Slide
operant conditioneren met beloning en straf
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
soms weet je niet hoe een dier iets heeft geleerd. is het aangeleerd of aangeboren gedrag? vb. secret world of sound min 32 meeuwen zoeken naar voedsel.
Slide 13 - Slide
Wat voor manier van leren zie je in de video. secret world of sound min 36
Slide 14 - Slide
Een hond geeft een pootje voordat hij een snoepje krijgt. Dit is een vorm van
A
operante conditionering
B
klassieke conditionering
Slide 15 - Quiz
oefenen
Maak de opdrachten 39, 40, 43 en 45
Klaar? biologiepagina of begrippenlijst
Slide 16 - Slide
Aan het einde van de les weet je wat voor type conflictgedragingen er zijn en wat ze inhouden het verschil tussen klassieke en operante conditionering