V3 | Les 16 | Latijn | 21-11-2024

1 / 20
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom & Startklaar
  • Telefoon in het Zakkie in je tas
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Kaugom weggegooid (anders snel nu)
  • Schoolspullen op tafel: boeken, laptop, JdW-map, etui
  • LOG IN in de LessonUp
timer
3:00

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Programma
  • Terugblik: Io en Argus
  • Leerdoelen opstellen: vertalen
  • Aan de slag: tekst 4b
  • Reflectie en leerdoelen check: hebben we het begrepen?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het heeft voor Io geen zin om hulp te roepen omdat ze alleen geloei kan uitbrengen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Iupiter wil de koe best aan zijn vrouw Iuno geven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het spreekwoord: iemand met Argusogen aankijken?
A
Iemand van alle kanten bekijken
B
Iemand niet vertrouwen
C
Iemand goed in de gaten houden
D
Iemand verschrikt aankijken

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Het was voor Io niet fijn bij Argus. Welke reden klopt NIET?
A
Geen zachte bedden, alleen harde vloer
B
Ze mocht niet naar buiten
C
Het stonk er heel erg
D
Ze moest vuil water drinken

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De vader van Io was Inachus.
Wat was hij?
A
Een berg
B
Een rivier
C
Een stier
D
Een sater

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de genitivus en dativus van woorden uit groep 1 en 2 herkennen en op de correcte wijze vertalen
  • Je kunt van alle naamvallen in een zin de functie benoemen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Genitivus: 3 functies
1. Bijvoeglijke bepaling ('van')
Latona is de moeder van een tweeling
Io is de dochter van Inachus

2. Eigenschap ('met')
Niobe is een koning met grote arrogantie
Io is een meisje met uitzonderlijke schoonheid

3. Als verplichte aanvulling na een woord (+gen)
De kinderen van Niobe zijn bang voor de goden

Vorm = naamval
Stam = deel dat niet verandert:
Marc- en Corneli-
Uitgang = deel dat verandert:
-us en -a 

Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Dativus: 4 functies
1. Meewerkend voorwerp ('aan'/'voor'/'tegen')
Latona geeft straf aan de boeren
Apollo zegt tegen Diana: kom!

2. Als verplichte aanvulling na een woord (+dat)
Iuno nadert de koe (appropinquare +dat)

3. Belanghebbend persoon ('voor')
Mercurius begint te zingen voor Argus

4. Dativus van bezit (esse + dativus)
Aan de god is een koe > De god heeft een koe

Eén naamval, meerdere functies
Hoe weet je welke je moet kiezen?

Ligt aan de context van de zin!
Vertaal eerst de hoofdzin en kijk dan wat het beste past.

Slide 11 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Zelfstandig naamwoord: groep 1 en 2
Naamval
Getal
Hoofdfunctie
Groep 1: V
Groep 2: M
Groep 2: O
Nom 
Ev
Onderwerp
mens-a
serv-us
don-um
Gen
Bijv. bepaling
mens-ae
serv-i
don-i
Dat
Meew. vwp
mens-ae
serv-o
don-o
Acc
Lijdend vwp
mens-am
serv-um
don-um
Nom
Mv
Onderwerp
mens-ae
serv-i
don-a
Gen 
Bijv. bepaling
mens-arum
serv-orum
don-orum
Dat
Meew. vwp
mens-is
serv-is
don-is
Acc
Lijdend vwp
mens-as
serv-os
don-a

Slide 12 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Vertaal tekst 4.b. op pagina 39 van je rode tekstboek.
Schrijf je vertaling op pagina 36 van je grijze werkboek.

Let op: de nieuwe woorden staan op pagina 41.
Je kan ook de woordenlijst achterin je boek gebruiken!

timer
20:00

Slide 13 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Jupiter stuurt Mercurius op Argus af
1 Iuppiter Mercurium arcessit.

 Mercurius filius Iovis et nuntius deorum est.

 Iuppiter filio dicit: “Fili, te Argum interficere iubeo!

 Nam Argus numquam dormit et vaccam semper custodit.”

Slide 14 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Jupiter stuurt Mercurius op Argus af
5 Mercurius statim se parat: talaria pedibus nectit,

caduceum gladiumque capit, et petasum induit.

Primum volat per aera,

deinde descendit in terram.

Slide 15 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Jupiter stuurt Mercurius op Argus af
Ibi se in pastorem mutat.

10 Capellas per agros agit et fistula canit.

Argo appropinquat.

Cantus Mercurii Argo placet.


Slide 16 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Jupiter stuurt Mercurius op Argus af
Argus Mercurium salutat et ei dicit:

“Quisquis es, conside sub hac oliva!

15 Hoc est pratum plenum herbae.

Visne mihi canere?”

Slide 17 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Jupiter stuurt Mercurius op Argus af
Mercurius iuxta Argum considit et canere incipit.

Argum autem cantu fatigat. Deus valde callidus est:

fabulam quoque longam Argo narrat…


Slide 18 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Reflectie
  • Kun je de genitivus en dativus van woorden uit groep 1 en 2 herkennen en op de correcte wijze vertalen?
  • Kun je van alle naamvallen in een zin de functie benoemen?

Slide 19 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Exit ticket
(ex-ire = uitgaan)

Slide 20 - Open question

This item has no instructions