Fictie hoofdstuk 3

Bekijk de trailer
  • Schrijf op wie de hoofdpersoon is. 
  • Schrijf op wie de bijfiguren zijn. Als je geen namen hoort, schrijf je de rol van de persoon op. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bekijk de trailer
  • Schrijf op wie de hoofdpersoon is. 
  • Schrijf op wie de bijfiguren zijn. Als je geen namen hoort, schrijf je de rol van de persoon op. 

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

Leerdoelen
Ik weet:
  • wat een hoofdpersoon in een verhaal is;
  • hoe je een hoofdpersoon leert kennen;
  • hoe je een hoofdpersoon kunt beschrijven;
  • wat de rol van de bijfiguren is;
  • hoe je bijfiguren kunt herkennen en beschrijven;
  • dat er een relatie is tussen de bijfiguren en de hoofdpersoon;
  • dat een relatie tussen de hoofdpersoon en de bijfiguren kan veranderen in de loop van het verhaal.

Slide 3 - Slide

Hoofdpersoon
  • Belangrijkste figuur;
  • Leer je goed kennen;
  • Verschillende karaktertrekken
  • Ontwikkelt in de loop van het verhaal

Slide 4 - Slide

Bijfiguren
  • Kleine rol in het verhaal;
  • Hebben een relatie met de hoofdpersoon;
  • Meestal één opvallende karaktertrek;
  • Meestal tegenstander óf helper van de hoofdpersoon;
  • Gedrag is meestal hetzelfde;
  • Gedrag is voorspelbaar.

Slide 5 - Slide

Wie of wat is de belangrijkste persoon of figuur in jouw boek? Noteer zijn of haar naam.

Slide 6 - Open question

Leg in één zin uit waarom dit volgens jou de belangrijkste persoon is.

Slide 7 - Open question

Karaktertrekken

Slide 8 - Mind map

Karaktertrekken
vriendelijk – onvriendelijk
druk – rustig
gesloten – spontaan
slim – dom
eigenwijs – gehoorzaam
opvliegend - beheerst
angstig – dapper
sportief – ongezond
eerlijk – oneerlijk
brutaal – verlegen
kinderachtig – volwassen
gemeen – lief
piekerend – zorgeloos
nieuwsgierig –ongeïnteresseerd
gelukkig – ongelukkig
snel in handelen – wil eerst nadenken

Slide 9 - Slide


De rol van een hoofdpersoon is die van een helper of een tegenstander.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Een bijfiguur staat centraal in een verhaal.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz


Het gedrag van een bijfiguur is vaak in het hele verhaal hetzelfde.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Je komt veel te weten over de gedachten van een hoofdpersoon.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Je komt veel te weten over de gevoelens van een bijfiguur.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Zelfstandig werken
  • 3.2 Fictie Deel B: Hoofdpersonen, bijfiguren
  • Maken opdracht 4 t/m9

3.2 Fictie Deel C: Fragment 'Koen Kampioen gaat voor oranje'. 
  • Maken opdracht 1 t/m 4

Klaar? Nakijken 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide