spirometrie

1 / 40
next
Slide 1: Video
GeneeskundeWOStudiejaar 6

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn jullie leervragen?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is het pathofysiologische verschil tussen astma en COPD?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Andere pathofysiologie!!!
Astma is een reversibele luchtwegobstructie op basis van een ontstekingsreactie van luchtwegen: hoeksteen behandeling: inhalatiecorticosteroiden.

COPD is een niet reversibele luchtwegobstructie op basis van schade en verlies van elasticiteit: hoeksteen behandeling: stoppen roken, voorkomen verergering.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe coach je als huisarts/POH een patient om een goede curve te blazen?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Waarom schrijf je een patient met COPD toch luchtwegverwijders voor als er geen reversibiliteit is bij spirometrie?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Uit welke curve wordt de FEV1 bepaald: VT of FV?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn oorzaken van restrictie? Denk aan intrinsieke en extrinsieke oorzaken.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

Allergische rinitis is een risicofactor voor het ontwikkelen van astma. Ongeveer 40% van de patiënten met een allergische rinitis heeft ook astma. Ongeveer 80 tot 90% van de patiënten met een allergisch astma heeft ook een allergische rinitis.

NHG-standaard (allergische) rhinitis
TRIP
T = Therapietrouw
R = Rhinitis: bij allergische rhinitis deze behandelen, anders komt astma niet tot rust
I = Inhalatietechniek: Komt medicatie wel binnen?
P = Prikkels: zijn er prikkels die klachten onderhouden?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Link

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Duurzaamheid!
Als een zorgverlener met 20 patiënten die dagelijks inhalatiemedicatie gebruiken, kiest voor een groener alternatief (poederinhalator), scheelt dat op jaarbasis een uitstoot van 1800 CO2-equivalent. Dat is een even grote uitstootreductie als die jaarlijks wordt behaald door een brandstofauto in te ruilen voor een elektrische auto.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met casussen!!!

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Wat is je diagnose?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions