What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
unidad 2 nieuwe editie
Unidad 2:
Primeros contactos
Leerdoelen CG1 unidad 2 Primeros contactos:
je voorstellen en zeggen waar je vandaan komt
vragen hoe het met iemand gaat
woorden kunnen spellen
naar een e-mail adres of telefoonnummer vragen
praten over beroepen/bedrijven
ontkenning
1 / 52
next
Slide 1:
Slide
Spaans
HBO
Studiejaar 1
This lesson contains
52 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
90 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Unidad 2:
Primeros contactos
Leerdoelen CG1 unidad 2 Primeros contactos:
je voorstellen en zeggen waar je vandaan komt
vragen hoe het met iemand gaat
woorden kunnen spellen
naar een e-mail adres of telefoonnummer vragen
praten over beroepen/bedrijven
ontkenning
Slide 1 - Slide
Primeros contactos TB 1 p. 19
¿ Qué profesión tienen las personas en la foto?
Ik ben Cubaanse/ Peruaanse
ik woon in Pamplona/ Gerona
ik werk in een hotel/zkh
Wat betekenen de 3 zinnen?
¿Quién es?
TB 1b p.19
Slide 2 - Slide
Mucho gusto: TB 2 p.20 - lees mee in je boek
16
17
18
Encantad
o
wordt gezegd door
Encantad
a
wordt gezegd door
Mucho gusto is altijd goed
De betekenis?
mannen
vrouwen
Aangenaam.
Slide 3 - Slide
TB 2C- vul het schema in m.b.v. de dialogen
Slide 4 - Slide
De antwoorden.....
Slide 5 - Slide
Geef antwoord:
¿Cómo estás? ¿qué tal?
¿De dónde eres?
¿Eres de aquí, de Bussum, ¿verdad?
timer
3:00
check TB 2, p. 20
Slide 6 - Slide
i
k
jij
hij/zij/u
wij
jullie
zij
ser=zijn
soy
eres
es
somos
sois
son
yo
tú
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/ustedes
timer
3:00
TB 4, p. 21, het werkwoord "ser" - zijn
Slide 7 - Slide
Het werkwoord
SER
betekent
zijn :
Soy Ana=
ik
ben Ana
het werkwoord
SER
met het voorzetsel
DE
betekent lettelijk
ZIJN VAN maar
wij zeggen
KOMEN UIT:
Soy de España= ik kom uit Spanje
SER versus SER DE
Slide 8 - Slide
TB 5, p. 21 el alfabeto
Welke extra letters heeft het Spaanse alfabet?
Welke letters worden heel anders gespeld dan in het Nederlands?
Audio 19 TB nr 5a_el alfabeto
Slide 9 - Slide
-
Slide 10 - Slide
Oefen met spellen:
- spel je lievelingsstad in het buitenland
- spel de achternaam van je idool
-
C
a
R
o
L
i
N
a
enige 4 medeklinkers die dubbel voor kunnen komen
Slide 11 - Slide
TB 7 a, p. 22: Mi profesión favorita
Maak op volgorde van links naar rechts
bombero - ...... - ........
Slide 12 - Slide
Zet het juiste beroep bij de foto's
(= vervanging 7-B)
la profesora
la cantante
la peluquera
la médica
el/la dentista
el piloto
el camarero
Slide 13 - Drag question
TB 7C, p. 22: las profesiones: mannelijk/vrouwelijk?
TB 7C, p. 22: vul het schema aan!
-o -> -a
-or -> -ora
masculino=femenino
camarero/
camarera
escritor/
escritora
dentista
uitgangen: -ista, -ía, -e
T
Slide 14 - Slide
korte herhaling beroepen
Geef de mannelijke en vrouwelijke vorm!
1. La profesión de la señora Smits
2. Trabaja en un banco, empieza con una "e"
3. Un médico para animales
4. trabaja para proteger la gente, pero no es policía.
5. trabaja en un hospital pero no es médico.
6. trabaja en un restaurante pero no es cocinero.
7. cuida de nuestros dientes, empieza con una"de"
-
Slide 15 - Slide
korte herhaling beroepen - antwoorden
Geef de mannelijke en vrouwelijke vorm!
1. profesor(a)
2. economista
3. veterinario/a
4. bombero/a
5. enfermero/a
6. camarero/a
7. dentista
Slide 16 - Slide
Verder oefenen in WB
WB 6, p. 18 > klassikaal
WB 1 t/m 3, p. 17
WB 4, p. 18: maak in je schrift als je groot schrijft ;)
WB 8, p. 19 (= spellen + beroepen)
WB 6
timer
10:00
Slide 17 - Slide
5
Bepaald:
de
en
het
Onbepaald:
een
TB 7d, p. 23 bepaald en onbepaald lidwoord
¿Trabaja(s) en
un
hospital /
una
escuela?
Slide 18 - Slide
Señor / señora, met en zonder lidwoord
vergelijk de volgende zinnen:
1. Mucho gusto, señora Ribas ( dialoog 1 oef.2)
2. La señora Ribas es la organizadora del congreso (oef 4)
Wanneer gebruik je het lidwoord en wanneer niet?
Slide 19 - Slide
Programa de hoy
> Hoe vraag je naar iemands beroep? (TB 8, p. 23)
> Hoe vraag je naar iemands telefoonnummer & e-mail? (TB 9, p. 23)
> Hoe vraag je of iemand iets heeft? (TB 10, p. 24)
Verder oefenen met WB 10, 11, 12 & 14.
Slide 20 - Slide
TB 8, p. 23 ¿Qué hace usted?
¿Qué significa...?
Vertaal de vragen, oefenen in de les op locatie
wat betekenen de vragen en antwoorden?
Slide 21 - Slide
TB 8, p. 23 ¿Qué hace usted?
Slide 22 - Slide
Información personal TB 9, p.22
21
luister en vul de gegevens in
Wat is jouw / uw (mobiele) telefoonnummer?
Heeft u / Heb jij email?
Slide 23 - Slide
Información personal, TB 9B, p.23
Hoe vraag je?
Wat is jouw / uw (mobiele) telefoonnummer?
¿ Cuál es tu/su teléfono/ número de móvil?
an
twoord: Es el.........
Heeft u / Heb jij email?
¿ Tiene/s correo electrónico? / ¿tienes e-mail?
antwoord: Sí, es.........
.
Slide 24 - Slide
Tener
= hebben, vaak in de betekenis van
bezitten
yo tengo
tú t
ie
nes
él/ella/usted t
ie
ne
nosotros/as tenemos
vosotros/as tenéis
ellos/ellas/ustedes t
ie
nen
LET OP:
Tengo
22 años -> leeftijd ook met "tener"
een nieuw werkwoord: tener
Slide 25 - Slide
Gebruik de woorden op het scherm, i.p.v. in het boek.
una mascota (= huisdier)
una bicicleta eléctrica
un piano
una guitarra
una piscina
un hermano
una hermana
TB 10, p. 24
Slide 26 - Slide
Verder oefenen in WB
WB 10, p. 20
WB 11, p. 20
WB 12, p. 20
WB 14, p. 21
timer
10:00
Slide 27 - Slide
Programa de hoy
> Verder oefenen met persoonlijke info (TB 12A, p. 24
> Hoe vervoeg je werkwoorden op -er/-ir? (TB 12B/C p. 25 & 14, p. 25)
> Hoe maak je een zin ontkennend? (TB 13, p. 25)
Verder oefenen met WB 9, 13, 15 & 20
Slide 28 - Slide
Lees het tekstje en vul het schema in.
TB 11, p. 24
Slide 29 - Slide
Vul de gegevens in:
puesto actual = huidige functie/ baan
idiomas = lenguas (talen, dus ;)
Kies bij actividades de vertaling van de volgende dingen:
- muziekinstrumenten verkopen
- concerten organiseren
- de vertegenwoordiger van het bedrijf zijn op een congres
TB 12A, p. 24
Slide 30 - Slide
Wat doet Verónica precies? Zoek de vertalingen in de tekst:
TB 12 B, p. 25
YO
NOSOTRAS
ik woon in
wij schrijven
ik werk
wij bellen
ik organiseer
ik reserveer
ik zoek
ik leer
ik spreek
Slide 31 - Slide
TB 12 B, p. 25 - antwoorden
YO
NOSOTRAS
vivo en
escribimos
trabajo
hablamos
organizo
reservo
busco
aprendo
hablo
Slide 32 - Slide
TB 12 C, p. 25
APRENDER
VIVIR
aprendes
vives
aprende
vive
aprendemos
vivimos
aprendéis
vivís
aprenden
viven
Slide 33 - Slide
TB 12 C, p. 25 - antwoorden
APRENDER
VIVIR
aprendo
vivo
aprendes
vives
aprende
vive
aprend
emos
viv
imos
aprend
éis
viv
ís
aprenden
viven
Slide 34 - Slide
Schrijf vier zinnen over de tekst, twee die waar zijn en twee die niet waar zijn.
Let op de juiste vorm van het werkwoord. 3e persoon ev & 3e persoon meervoud.
Lees de zinnen voor aan de persoon naast je. Die reageert met:
Sí + zin herhalen.
No + ontkennende zin (met nog een no voor het ww)
>> no, no organizan conciertos.
TB 13 A + B, p. 25
Slide 35 - Slide
Let op: de eerste alinea (5 werkwoordsvormen) staan in de jij-vorm.
Na het woord nosotros staat alles in de wij vorm.
TB 14 p. 25
Slide 36 - Slide
vives - aprendes - eres - tienes - buscas.
tenemos - organizamos - reservamos
TB 14 p. 25
Slide 37 - Slide
Verder oefenen in WB
WB 9, p. 19
WB 13, p. 21
WB 15, p. 21
WB 20, p. 23
timer
10:00
Slide 38 - Slide
Bedenk vragen bij de antwoorden van Verónica. Doe dat in de u-vorm.
TB 15 p. 26 - Antwoorden
Slide 39 - Slide
Programa de hoy
> Verder oefenen met persoonlijke info (TB 15, p. 26 & WB 17 & 18 p. 22)
Verder oefenen met WB 19, 21, 22 & 23
>> la batalla del vocabulario (studygo)
Slide 40 - Slide
1. ¿Cómo se llama usted?
2. ¿Dónde vive usted?
3. ¿Qué hace usted?
4. ¿Dónde trabaja usted?
5. ¿Habla usted inglés?
TB 15 p. 26 - antwoorden
Slide 41 - Slide
WB 17 = luisteropdracht
WB 18 = spreekopdracht
Gebruik de volgende vragen:
¿Cómo te llamas? - ¿Qué haces? - ¿Dónde vives? (geeft antwoord op dirección & ciudad) - ¿Cuál es tu teléfono? - ¿Tienes correo electrónico?
WB 17 & 18 p. 22
WB 17
Slide 42 - Slide
Verder oefenen in WB
WB 19, p. 23
WB 21, p. 23
WB 22, p. 23
WB 23, p. 24
timer
10:00
Slide 43 - Slide
Programa de hoy
Laatste oefening uit TB (= TB 16, p. 26)
Samenvatting WB invullen (= WB pp. 25 & 26)
Test maken op WB p. 27
Slide 44 - Slide
A: Probeer per werkwoord minimaal drie combinaties te maken
B. Schrijf nu een stukje over jezelf. Werk je niet? Schrijf dan "Ik werk niet" op.
TB 16 p. 26 - in je schrift!
ser (7x)
trabajar (5x)
hablar (5x)
organizar (5x)
Slide 45 - Slide
TB 16 p. 26
ser (7x)
argentino - mecánico - ama de casa - la organizadora - inglés - Margarita - de Cataluña
trabajar (5x)
en un taller - con colegas - como taxista - en una oficina - en una escuela de idiomas
hablar (5x)
con colegas - por teléfono - con amigos - un poco de alemán - inglés -
organizar (5x)
un congreso - un viaje - una fiesta - conciertos - programas de cultura.
Slide 46 - Slide
Hulp:
P. 25
bij m - eme: minúscula
bij é - con acento
P. 26: werk evt. met kleurtjes, schrijf heel klein of maak in je schrift.
invullen WB pp. 25 & 26
Slide 47 - Slide
Hulp:
Gebruik evt. pp. 25 & 26
Maak de test op p. 27
Slide 48 - Slide
Programa de hoy
Oefenen met de belangrijkste thema's
> stencil met liedjesopdracht
Slide 49 - Slide
Slide 50 - Slide
mannelijk
vrouwelijk
hombre
hospital
mujer
radio
habitación
problema
mano
chica
café
Slide 51 - Drag question
¡Hasta el jueves!
DEBERES:
voor de volgende Con Gusto les (dinsdag)
-Alles van unidad 1 wb
-Opdracht 1 t/m 10 van unidad 2, werkboek
Slide 52 - Slide
More lessons like this
unidad 2 4 VWO
October 2024
- Lesson with
25 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1
13-11-2023
November 2023
- Lesson with
32 slides
Spaans
Beroepsopleiding
Con Gusto Unidad 1 4 VWO
September 2021
- Lesson with
30 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
19-11-2014
November 2024
- Lesson with
14 slides
Spaans
Beroepsopleiding
21-11-2022
November 2022
- Lesson with
14 slides
Spaans
Beroepsopleiding
Les 2: Herhaling unidad 1 + unidad 2 opdracht 1 t/m9
September 2020
- Lesson with
25 slides
spaans
HBO
Studiejaar 1
Unidad 2.4
November 2022
- Lesson with
16 slides
Spaans
Beroepsopleiding
Minor A1 Unidad 2
September 2021
- Lesson with
32 slides
spaans
HBO
Studiejaar 1