Th 1 Regeling BS 1 Regeling en Homeostase

Th 1 Regeling BS 1 Regeling en Homeostase
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Th 1 Regeling BS 1 Regeling en Homeostase

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog van regeling?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

  • normwaarde
  • regelkring
  • dynamische evenwicht
  • homeostase
  • negatieve terugkoppeling
  • positieve terugkoppeling
  • uitwendig milieu (milieu exterieur)
  • inwendig milieu (milieu interieur)
Begrippen uit BS1  

Slide 6 - Slide

Huiswerk
Lees basisstof 1 en maak opgave 4

Slide 7 - Slide

Homeostase
In ons lichaam vinden veel processen plaats, die leiden tot de aanmaak of afgifte van stoffen aan het intern milieu (bloed en weefselvloeistof). 
Teveel of te weinig van een bepaalde stof kan leiden tot problemen voor het lichaam. Daarom is het belangrijk dat het lichaam een balans bewaart.
Homeostase
Biojuf - Intern mileu

Slide 8 - Slide

inwendig en uitwendig milieu
uitwendig milieu
  • direct contact met omgeving
  • eencelligen volledig in contact uitwendig milieu
  • o.a. inhoud darmen, longen en blaas
inwendig milieu
  • geen direct contact omgeving
  • meercellige organismen, meeste cellen niet met uitwendig milieu in contact 
  • 1 cellaag tusseno.a. bloed, weefselvloeistof, cellen

Slide 9 - Slide

Homeostase
Ons lichaam houdt het interne milieu (bloed en weefselvloeistof) zoveel mogelijk stabiel door stoffen af te geven en op te nemen. De regeling ligt bij het zenuw- en hormoonstelsel.

Slide 10 - Slide

Homeostase
Het behouden van deze balans noemt men homeostase.
Het lichaam meet en vergelijkt de concentraties van stoffen in het intern milieu en stuurt bij als dat nodig is.
Het evenwicht dat onstaat is een dynamisch evenwicht dat schommelt rondom een normwaarde, dankzij een regelkring.
Homeostase

Slide 11 - Slide

Bedenk een aantal processen die worden gereguleerd door middel van homeostase in het menselijk lichaam

Slide 12 - Mind map

Voorbeelden van processen, gereguleerd door middel van homeostase

  • Lichaamstemperatuur
  •  pH balans
  • Water balans
  • Electrolyten balans
  • Bloeddruk
  • Bloedsuikerspiegel
  • CO2 en O2 balans (gaswisseling)

Slide 13 - Slide

In welk gedeelte van het Centrale Zenuwstelsel (CZS) vind je de meeste regelcentra?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggemerg

Slide 14 - Quiz

Regelkringen
Regelkringen berusten op een feedbackloop.
Deze feedbackloops maken gebruik van positieve- en negatieve terugkoppeling.

Denk maar aan de werking van de thermostaat thuis, in de woonkamer:
  1. Te warm > ketel slaat af
  2. Temperatuur zakt onder normwaarde
  3. Te koud > ketel slaat aan
  4. Temperatuur stijgt boven norwaarde
  5. Terug naar 1.

Slide 15 - Slide

Begrippen
effector
conductor
regelcentrum/controle centrum
receptor

Slide 16 - Slide

Begrippen
receptor -> zintuigen
conductor (geleider)-> zenuwen
regelcentrum/controle centrum
-> centrale zenuwstelsel
effector -> spieren en klieren

Slide 17 - Slide

Regelkringen
In het voorbeeld van de thermostaat is de kachel de effector.
De effector is in het menselijk lichaam vaak een hormoonklier. Het hormoon bindt zich aan een speciale receptor op een cel en activeert daarmee een bepaald celproces.

Slide 18 - Slide

Negatieve terugkoppeling
Negatieve terugkoppeling
Hormonen remmen hun eigen aanmaak, waardoor een effect niet steeds sterker wordt en uit de hand loopt.


Oftewel:
Hoe meer van het hormoon aanwezig is, hoe minder er zal worden aangemaakt (+/-). 
Hoe minder van het hormoon aanwezig is, hoe meer er zal worden aangemaakt (-/+).

Deze +/- en -/+ relatie noemt men negatieve terugkoppeling.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Je weet nu hoe een negatieve terugkoppeling werkt en omschreven kan worden. Omschrijf kort hoe een positieve terugkoppeling werkt.

Slide 21 - Open question

Wat betekent homeostase?
A
Instandhouden van een dynamisch evenwicht in het inwendig milieu van een organisme
B
Als je iets in balans brengt
C
Als je ervoor zorg dat je weer opwarmt als je het koud hebt.
D
Een regelkring

Slide 22 - Quiz

Welke maatregel valt NIET
onder homeostase?
A
Daling van de hartslag
B
Diepere en sneller ademhalen
C
Voldoende rust nemen
D
Stijging van de concentratie glucagon in het bloed

Slide 23 - Quiz

Een regelkring is
A
Overleg in een kring waarbij er iets geregeld moet worden
B
Proces in het lichaam waarbij de norm gehandhaafd wordt
C
Iets in mijn lichaam
D
Homeostase

Slide 24 - Quiz

Testosteron remt indirect zijn eigen productie. Dit noemen we ...
A
homeostase
B
positieve terugkoppeling
C
negatieve terugkoppeling
D
hormoonremming

Slide 25 - Quiz

Bij een regelkring kan positieve terugkoppeling plaatsvinden. Waarom komt deze vorm
bijna niet voor bij homeostase?
A
Door positieve terugkoppeling schommelt de waarde van het interne milieu niet om een bepaalde norm.
B
Door positieve terugkoppeling wordt niet alleen het interne milieu geregeld maar ook het externe milieu.
C
Positieve terugkoppeling werkt niet met hormonen en het zenuwstelsel.
D
Positieve terugkoppeling heeft geen invloed op het interne milieu.

Slide 26 - Quiz

Bij moeders die borstvoeding geven komt tijdens de borstvoeding extra prolactine vrij. Hier is in feite sprake van..
A
positieve terugkoppeling
B
negatieve terugkoppeling
C
positieve invloed op homeostase
D
negatieve invloed op homeostase

Slide 27 - Quiz

De osmotische waarde van urine kan enorm verschillen van dag tot dag. Je bloed heeft altijd zo'n beetje dezelfde osmotische waarde. Hoe komt dat?
A
Omdat je nieren geen homeostase kennen
B
Omdat er geen factoren zijn die de osmotische waarde van bloed beïnvloeden
C
Omdat de normwaarde van osmotische waarde voor urine varieert
D
Omdat de nieren het bloed rond de normwaarde voor osmotische waarde houden

Slide 28 - Quiz

regelkringen in de BINAS

Slide 29 - Slide

BINAS 87B

Slide 30 - Slide

Bloedsuiker
Regelcentrum?

Norm?

Receptor?

Effector?

Slide 31 - Slide

Bloedsuiker
Regelcentrum?
Alvleesklier
Norm?
6 mmol/L
Receptor?
Alvleesklier
Effector?
Lever/ spieren

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Ik heb het leerdoel van basisstof 1 onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Zijn er begrippen of processen die nog niet duidelijk zijn?

Slide 35 - Open question