Ons lichaam houdt het interne milieu (bloed en weefselvloeistof) zoveel mogelijk stabiel door stoffen af te geven en op te nemen. De regeling ligt bij het zenuw- en hormoonstelsel.
Slide 10 - Slide
Homeostase
Het behouden van deze balans noemt men homeostase.
Het lichaam meet en vergelijkt de concentraties van stoffen in het intern milieu en stuurt bij als dat nodig is.
Het evenwicht dat onstaat is een dynamisch evenwicht dat schommelt rondom een normwaarde, dankzij een regelkring.
Homeostase
Slide 11 - Slide
Bedenk een aantal processen die worden gereguleerd door middel van homeostase in het menselijk lichaam
Slide 12 - Mind map
Voorbeelden van processen, gereguleerd door middel van homeostase
Lichaamstemperatuur
pH balans
Water balans
Electrolyten balans
Bloeddruk
Bloedsuikerspiegel
CO2 en O2 balans (gaswisseling)
Slide 13 - Slide
In welk gedeelte van het Centrale Zenuwstelsel (CZS) vind je de meeste regelcentra?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggemerg
Slide 14 - Quiz
Regelkringen
Regelkringen berusten op een feedbackloop.
Deze feedbackloops maken gebruik van positieve- en negatieve terugkoppeling.
Denk maar aan de werking van de thermostaat thuis, in de woonkamer:
Te warm > ketel slaat af
Temperatuur zakt onder normwaarde
Te koud > ketel slaat aan
Temperatuur stijgt boven norwaarde
Terug naar 1.
Slide 15 - Slide
Begrippen
effector
conductor
regelcentrum/controle centrum
receptor
Slide 16 - Slide
Begrippen
receptor -> zintuigen
conductor (geleider)-> zenuwen
regelcentrum/controle centrum
-> centrale zenuwstelsel
effector -> spieren en klieren
Slide 17 - Slide
Regelkringen
In het voorbeeld van de thermostaat is de kachel de effector.
De effector is in het menselijk lichaam vaak een hormoonklier. Het hormoon bindt zich aan een speciale receptor op een cel en activeert daarmee een bepaald celproces.
Slide 18 - Slide
Negatieve terugkoppeling
Negatieve terugkoppeling
Hormonen remmen hun eigen aanmaak, waardoor een effect niet steeds sterker wordt en uit de hand loopt.
Oftewel:
Hoe meer van het hormoon aanwezig is, hoe minder er zal worden aangemaakt (+/-).
Hoe minder van het hormoon aanwezig is, hoe meer er zal worden aangemaakt (-/+).
Deze +/- en -/+ relatie noemt men negatieve terugkoppeling.