Startrekenen 1F H10 procenten les 3 (rood)

Startrekenen 1F
Hoofdstuk 10 procenten

Les 3: een percentage uitrekenen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Startrekenen 1F
Hoofdstuk 10 procenten

Les 3: een percentage uitrekenen

Slide 1 - Slide

Doelen
Aan het einde van deze les:

 - kun jij een hoeveelheid met hulp van een percentage uitrekenen

- een percentage uitrekenen met hulp van een hoeveelheid.



 

Slide 2 - Slide

Wat voor sommen kun jij?
Er liggen 30 peren in een schaal. 10% is nog niet rijp.
Hoeveel peren zijn niet rijp?


Er zitten 25 leerlingen in een klas. 5 komen met de fiets. 
Hoeveel procent komt met de fiets?

Slide 3 - Slide

De verhoudingstabel
Een hoeveelheid uitrekenen

Als je een hoeveelheid (hoeveel peren, appels, fietsen) uit moeten rekenen, is de verhoudingstabel een prima hulpmiddel.

Met het volgende stappenplan kun je alle sommen waarbij je een hoeveelheid uit moet rekenen maken.


Slide 4 - Slide

Stappenplan
Stap 1: vul de woorden in. Bovenste regel altijd voor de "hoeveelheid" (peren, appels, fietsen). 
De onderste regel voor de procenten. 
Je raakt zo nooit in de war!
Hoeveelheid
Procent

Slide 5 - Slide

Stap 2
Vul in wat je weet. Dat doe je door de som goed te lezen.
Er liggen 30 peren in een schaal. 10% is nog niet rijp.
Hoeveel peren zijn niet rijp?
30 is het totaal. Het totaal is altijd 100%.
Hoeveelheid
30
Procent
100
10

Slide 6 - Slide

Stap 3
Reken uit. Wat is er gebeurd? Wat je boven doet, doe je onder ook!



100 : 10 = 10
30 : 10 = 3
Hoeveelheid
30
3
Procent
100
10

Slide 7 - Slide

Stap 4
Geef het antwoord:




3 peren zijn nog niet rijp.
Hoeveelheid
30
3
Procent
100
10

Slide 8 - Slide

Samenvatten
Stap 1: Maak een verhoudingstabel. 
vul de woorden in. Boven de hoeveelheid. Onder de procenten.

Stap 2: Vul in wat je weet. Dat doe je door de som te lezen.

Stap 3: Reken de som uit. Wat is er gebeurd?
Stap 4: schrijf het antwoord op. 

Slide 9 - Slide

Er liggen 20 appels in een schaal.
20% is rot .
Hoeveel appels rot?

Slide 10 - Open question

50 mensen kopen een nieuwe fiets.
10% is elektrisch. Hoeveel elektrische fietsen zijn verkocht?

Slide 11 - Open question

Er zitten 80 mensen in een bus.
40% is man.
Hoeveel mannen zitten in de bus?

Slide 12 - Open question

Een percentage uitrekenen

Slide 13 - Slide

De verhoudingstabel
Een percentage uitrekenen

Als je een percentage (hoeveel procent) uit moeten rekenen, is de verhoudingstabel ook een prima hulpmiddel

Met het volgende stappenplan kun je alle sommen waarbij je een percentage uit moet rekenen oplossen.


Slide 14 - Slide

Stappenplan
Stap 1: vul de woorden in. Bovenste regel altijd voor de "hoeveelheid" (peren, appels, fietsen). 
De onderste regel voor de procenten. 
Je raakt zo nooit in de war!
Hoeveelheid
Procent

Slide 15 - Slide

Stap 2
Vul in wat je weet. Dat doe je door de som goed te lezen.
Er zitten 25 leerlingen in een klas. 5 komen met de fiets
Hoeveel procent komt met de fiets?
25 is het totaal. Het totaal is altijd 100%
Hoeveelheid
25
5
Procent
100

Slide 16 - Slide

Stap 3
Reken uit. Wat is er gebeurd? Wat je boven doet, doe je onder ook!



25 : 5 = 5
100 : 5 = 20
Hoeveelheid
25
5
Procent
100
20

Slide 17 - Slide

Stap 4
Geef het antwoord:




20% komt met de fiets
Hoeveelheid
25
5
Procent
100
20

Slide 18 - Slide

Een voetbalteam heeft 30 spelers.
3 zijn keeper. Hoeveel % is keeper?

Slide 19 - Open question

Op een schaal liggen 60 broodjes.
15 zijn met kip belegd.
Hoeveel % is met kip belegd?

Slide 20 - Open question

Zijn er andere manieren?

Ja, op blz. 215, 216 en 217 in je boek staat een andere manieren.
Die mag je ook gebruiken als je dat fijner vind.

Gaan we die bespreken?
Nee, want met de manier die is uitgelegd, kun je alles al oplossen.



Slide 21 - Slide

Maken
Opdracht 12 en 13 op blz. 216.

Klaar? We bespreken het samen

Slide 22 - Slide

Studiemeter
maak de oefening "Een deel van het geheel"

Slide 23 - Slide