B1 Trial les

B1 Trial les
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

B1 Trial les

Slide 1 - Slide

Lesplan
1.  Voorstellen
2. Spreekoefening hobbyhuis
3. Oefenen grammatica voltooid deelwoord
4. Spreekoefening cultuur
5. Woorden B1
6. Wat wil je volgende les leren?

Slide 2 - Slide

leerdoelen
✅ Je kunt jezelf voorstellen en iets over jezelf vertellen.
✅ Je kunt spreken over je hobby’s en interesses in het Nederlands.
✅ Je begrijpt en gebruikt het voltooid deelwoord correct in zinnen.
✅ Je kunt praten over cultuur en jouw mening geven in een gesprek.
✅ Je breidt je woordenschat uit met nieuwe B1-woorden en past ze toe in een oefening.
✅ Je denkt na over je leerdoelen en geeft aan wat je in de volgende les wilt leren.

Slide 3 - Slide

Bespreek samen Hobbyhuis

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Spreekoefening Cultuur
Lees een zin voor.
Klopt dit voor jouw cultuur? Leg uit waarom (niet).
 1. Mensen vieren vaak feest.
 2. Waar ik vandaan kom, zijn mensen meestal buiten.
 3. Kleine kinderen moeten helpen geld te verdienen.
 4. Geloof speelt een belangrijke rol in het leven.
 5. In mijn cultuur zijn mannen even belangrijk als vrouwen.
 6. Werknemers mogen hun mening geven aan hun baas.
 7. Iedereen mag trouwen met wie hij of zij wil.
 8. Mensen zijn trots op hun land.

Slide 6 - Slide

Nieuwe woorden leren
 • weigeren
 • ondanks
 • de gewoonte
 • de paniek
 • enthousiast
 • depressief
 • de uitdaging
• Onafhankelijk
Maak met elk woord één zin
1.  Ik weiger mee te doen met de les. 

Slide 7 - Slide

weigeren – ondanks – de gewoonte – de paniek – enthousiast – depressief – de uitdaging – onafhankelijk
1. Hij voelde ______ toen hij zijn sleutels niet kon vinden en bijna te laat kwam voor zijn afspraak.
2. Mijn oma heeft ______ om elke ochtend een kopje thee te drinken voordat ze aan haar dag begint.
3. Ze bleef vrolijk en positief, ______ de moeilijke situatie.
4. Na het verliezen van zijn baan voelde hij zich lange tijd ______.
5. Het is een grote ______ om een nieuwe taal te leren, maar het is ook heel leuk!
6. Hij was zo ______ over zijn vakantie dat hij er de hele dag over praatte.
7. Sommige mensen ______ om hun mening te veranderen, zelfs als ze ongelijk hebben.
8. Ze woont al jaren alleen en is heel ______; ze heeft niemand nodig om voor haar te zorgen.

Slide 8 - Slide

Beantwoord de vragen
1. Wat eet jij graag? (lievelingseten)
 2. Wat heeft een agent altijd bij zich? (een wapen)
 3. Zeg jij altijd wat je denkt? (direct)
 4. Denk jij veel aan je land? (heimwee hebben)
 5. Een man heeft veel geld gestolen. Waar moet hij naartoe? (de gevangenis)
 6. Je buurman heeft geen familie. Hoe voelt hij zich? (eenzaam)

Slide 9 - Slide

Wat heb je geleerd?
- Wat vond je van de les?
- Wat wil je volgende week leren?
- Huiswerk

Slide 10 - Slide