LES 40: onregelmatig werkwoord

Welkom MH1F!
Pak je leesboek en ga stillezen 
timer
8:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom MH1F!
Pak je leesboek en ga stillezen 
timer
8:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze week?
les 1: 39 voltooid deelwoord
les 2: 40 onregelmatige werkwoorden
les 3 & 4: 41 Engelse werkwoorden en herhaling 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
Regels doornemen 
Onregelmatige werkwoorden: les 40

Slide 3 - Slide

Regels in de klas
  • Je bent stil als ik praat
  • Je bent stil als ik zeg dat je stil moet zijn 
  • Heb je een vraag? Steek je vinger op. Krijg je de beurt, dan kan je je vraag stellen. 
  • Je bent aardig en respectvol naar elkaar
  • Je hebt je spullen op orde 

Slide 4 - Slide

Boekopdracht 2
Je maakt een tijdlijn van gebeurtenissen. Minimaal 5 stuks. Je zoekt er plaatjes bij. En je beschrijft de hoofdpersoon. 
De volledige opdracht staat op It's Learning. 
Deadline: vrijdag 24 februari 

Slide 5 - Slide

Les 40: onregelmatige ww
Hij wilt de cola
Zij hebt de mooiste tas 
Het kunt niet zo zijn

Slide 6 - Slide

Les 40: onregelmatige ww
Hij wil de cola
Zij heeft de mooiste tas 
Het kan niet zo zijn

Slide 7 - Slide

Onregelmatige ww
Dat zijn werkwoorden die je niet vervoegt volgens de standaard regels. 
GEEN:
stam // stam + t // hele werkwoord
WEL:
op hun eigen manier 

Slide 8 - Slide

Schrijf op in je schrift:
Hoe zou je het werkwoord willen vervoegen op de standaard manier? 
Dus:
Willen
ik : [wil]
jij :
hij/zij/het :
Wij / jullie / zij :


Slide 9 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
hebben, mogen, kunnen, willen, zijn en zullen 


Slide 10 - Slide

Schrijf het juiste antwoord in je schrift
1.Wat is het hulpwerkwoord (hww) in de volgende zin?
De jongen is naar buiten gelopen. 
2.Wat is het zelfstandig werkwoord (zww) in de volgende zin? 
De mevrouw heeft haar boodschappentas gepakt. 
3.Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in:
De hond heeft de hele nacht (blaffen). Ik heb daardoor niet goed (slapen). De hond (willen,vt) maar niet stoppen. Hij (kunnen, tt) er niks aan doen. Hij (mogen) in de bench slapen. Daar is hij niet aan (wennen). 

Slide 11 - Slide

Schrijf het juiste antwoord in je schrift
1.Wat is het hulpwerkwoord (hww) in de volgende zin?
De jongen is naar buiten gelopen. 
2.Wat is het zelfstandig werkwoord (zww) in de volgende zin? 
De mevrouw heeft haar boodschappentas gepakt
3.Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in:
De hond heeft de hele nacht geblaft. Ik heb daardoor niet goed geslapen. De hond wilde maar niet stoppen. Hij kan er niks aan doen. Hij mag in de bench slapen. Daar is hij niet aan gewend

Slide 12 - Slide

AAN DE SLAG: LES 40
  • Maak eerst les 35 en 36 af als je die nog niet af had

  • Les 40: maak opdracht 1 t/m 4, 6, 8 en 11. 
  • Klaar? Kijk je antwoorden na! 

Slide 13 - Slide

Ga naar het evaluatieformulier

Slide 14 - Slide